3. Instellingen.
12
3.7 Voetenbank
Voetenbank (A) kan in de hoek en hoogte
worden versteld. Deze beschikt over een
antislip oppervlak (B) en 8 sleuven (C) voor de
A
D
bevestiging van gordels zoals voetmanchet-
ten of voetpositioneringshulpen.
Voor het instellen van de kniehoek draait u
klemhendel (D) onder het zitvlak aan bei-
de kanten los, brengt de voetenbank in de
C
gewenste positie en draait klemhendel (D)
B
weer vast.
Voor een traploze hoogteverstelling draait
u de vier madeschroeven (E) los, brengt
de voetenbank in positie en draait de
madeschroeven (E) weer vast.
E
E
Draai na iedere instelling de klemhendels en madeschroeven weer vast!
3.8 Looprollen
De eet-/werkstoel dient in principe door
afremmen van de looprollen geblokkeerd
te worden, om ongewild wegrollen te voor-
F
komen. Druk daarvoor met de punt van de
voet de remmen (F) omlaag.
F
De remmen dienen alleen voor het onge-
F
F
wild wegrollen op vlakkeondergronden te
voorkomen.