3. Instellingen.
11
3.5 Rughoogte
Draai cilinderkopschroef (A) met inbussleutel
(M8) aan de achterkant los en breng de rug
op de gewenste hoogte.
Draai na iedere instelling de verstellingen weer
A
vast!
3.6 Armleuningen
De armleuningen kunnen in de hoogte en in
de breedte worden versteld. De hoogtever-
stelling kan plaatsvinden na het losdraaien
van stergreep (B). De breedteverstelling kan
plaatsvinden na het losdraaien van beide
draadpennen (C), die zich aan beide zijden
bevinden.
B
Draai na iedere instelling alle verstellingen
weer vast!
In combinatie met een werkblad, moeten na een
breedteverstelling van de armleuning ook de
opnames onder het werkblad worden aangepast
(zie punt 4.5)!
C