6.2.3 Frequentieregelaarbedrijf
6.2.4 Te verpompen medium
6.2.4.1 Temperatuur van het te verpompen medium
6.2.4.2 Minimumniveau van het te verpompen medium
36 / 72
De netspanning en netfrequentie mogen volgens Bereik B conform IEC 60034-1
schommelen ten opzichte van de meetgegevens. Het spanningsverschil tussen de
afzonderlijke fasen mag maximaal 1% bedragen.
Het frequentieomvormerbedrijf van het pompaggregaat is in het volgende frequentiebereik
toegestaan:
– 30 tot 50 Hz
LET OP
Verpompen van media met vaste stoffen bij verlaagd toerental
Verhoogde slijtage en verstopping!
Ø Nooit de stromingssnelheid in horizontale leidingen van 0,7 m/s en in
verticale leidingen van 1,2 m/s onderschrijden.
Het pompaggregaat is ontworpen voor het verpompen van vloeistoffen. Bij
bevriezingsgevaar functioneert het pompaggregaat niet meer.
LET OP
Bevriezingsgevaar
Beschadiging van het pompaggregaat!
Ø Pompaggregaat legen of beveiligen tegen bevriezing.
De toegestane maximumtemperatuur van het verpompen medium en de omgeving is
vermeld op het typeplaatje en/of in het gegevensblad.
GEVAAR
Drooglopen van het pompaggregaat
Explosiegevaar!
Ø Nooit een explosieveilig pompaggregaat laten drooglopen.
LET OP
Daling tot onder het minimale vloeistofniveau van het te verpompen
medium
Beschadiging van het pompaggregaat door cavitatie!
Ø Het vloeistofniveau van het te verpompen medium mag nooit lager zijn dan
het minimumniveau.
Het pompaggregaat is bedrijfsklaar wanneer het te verpompen medium ten minste niveau
R3, R3´, R4 resp. R4´ heeft bereikt (zie maatblad).