5.3.2 Verplaatsbare natte opstelling
Afb. 11: Bevestiging
van hijsketting/
hijskabel
5.4 Elektrisch systeem
5.4.1 Instructies voor de uitvoering van de schakelinstallatie
28 / 72
5.4.1.1 Startmethode
Vóór de opstelling van het pompaggregaat indien nodig de 3 pompvoeten en de voetplaat
monteren.
Pompvoeten monteren
1. Bouten 914.03 losdraaien.
2. Pompvoeten 182 in de openingen in het zuigdeksel schuiven.
3. Bouten 914.03 weer vastdraaien en daarbij aanhaalmomenten in acht nemen.
[ð Hoofdstuk 7.6, Pagina 52]
Voetplaat monteren
1. Voetplaat met bouten, ringen en moeren aan de 3 pompvoeten bevestigen en daarbij de
aanhaalmomenten in acht nemen. [ð Hoofdstuk 7.6, Pagina 52]
Hijsketting/hijskabel aanbrengen
1. Hijsketting/hijskabel in de harpsluiting aan de zijde van de persaansluiting op het
pompaggregaat aanbrengen (zie afbeelding hiernaast en de tabel Bevestigingstypen).
Leiding aansluiten
Op de DIN-aansluiting kunnen starre of flexibele leidingen worden aangebracht.
Afb. 12: Aansluitvarianten
Voor de elektrische aansluiting van het pompaggregaat moeten de "elektrische
aansluitschema's" worden aangehouden. [ð Hoofdstuk 9.3, Pagina 61]
AANWIJZING
Bij het leggen van een elektrische kabel tussen de schakelinstallatie en het
aansluitpunt van het pompaggregaat moet worden gelet op een voldoende
aantal aders voor de sensoren. De doorsnede moet minimaal 1 mm² bedragen.
De motoren kunnen op laagspanningsnetten met een nominale spanning en
spanningstoleranties conform IEC 60038 worden aangesloten. Er moet rekening worden
gehouden met de toelaatbare toleranties.
Het pompaggregaat is bedoeld voor direct starten.
Een ster-driehoekstart is technisch mogelijk. Uitgezonderd hiervan zijn pompaggregaten met
een elektrische aansluitkabel 4G1,5+2x1 of 7G1,5 [ð Hoofdstuk 9.3, Pagina 61]