5.3 WISSELSTROOMTOEPASSINGEN
Voordat u een apparaat of stroomkabel aansluit op de generator:
• Zorg ervoor dat deze in een goede staat verkeert. Defecte apparaten of netsnoeren kunnen elektrische
schokken veroorzaken.
• Als een apparaat abnormaal begint te werken, traag wordt of plotseling stopt, schakelt u het onmiddellijk
uit. Koppel het apparaat los en bepaal of het probleem het apparaat is of dat de nominale
belastingscapaciteit van de generator is overschreden.
• Zorg ervoor dat de elektrische spanning van het hulpmiddel of apparaat niet groter is dan die van de
generator. Overschrijd nooit het maximale vermogen van de generator. Vermogensniveaus tussen
nominaal en maximaal vermogen mogen niet langer dan 30 minuten worden gebruikt.
OPMERKING
Een aanzienlijke overbelasting zal de stroomonderbreker uitschakelen.
Door de tijdslimiet voor maximale vermogensniveaus te overschrijden of door de generator
enigszins te overbelasten, zal de stroomonderbreker niet worden uitgeschakeld, maar zal de
levensduur van de generator worden verkort.
Beperk de werking met het maximale vermogen tot 30 minuten.
Bij continu gebruik mag het nominale vermogen niet worden overschreden.
In elk geval moet rekening worden gehouden met de totale vermogensvereisten (VA) van alle aangesloten
apparaten. Fabrikanten van apparaten en elektrische gereedschappen geven meestal de nominale
gegevens op dicht bij het modelnummer of serienummer.
5.4 WISSELSTROOMGEBRUIK
① Start de motor
② Schakel de wisselstroomonderbreker in.
③ Sluit het apparaat aan.
De meeste gemotoriseerde apparaten vereisen meer dan hun nominaal
vermogen om op te starten.
Overschrijd niet de huidige limiet die is opgegeven voor een willekeurige aansluiting. Als een overbelast
circuit ervoor zorgt dat de wisselstroomonderbreker wordt uitgeschakeld, verlaagt u de elektrische belasting
van het circuit, wacht u enkele minuten en reset u de stroomonderbreker.
5.5 GEBRUIK OP GROTE HOOGTE
Op grote hoogte zal het standaard lucht-brandstofmengsel van de carburateur te rijk zijn. De prestaties
nemen af en het brandstofverbruik neemt toe.
De prestaties op grote hoogte kunnen worden verbeterd door een hoofdbrandstofstraal met een kleinere
diameter in de carburateur te installeren en de geleidingsschroef opnieuw in te stellen. Als u de motor altijd
op hoogten boven 1500 meter (5000 voet) boven zeeniveau gebruikt, laat u een geautoriseerde
generatordealer deze carburateur aanpassen.
Zelfs bij geschikte carburateurstralen neemt het motorvermogen met ongeveer 3,5% af voor elke 300 meter
(1000 voet) toename in hoogte. Het effect van hoogte op paardekracht zal groter zijn als dit als er geen
carburateur wordt gewijzigd.
OPMERKING
Als een motor op grote hoogte wordt gebruikt, zal het mengsel met arme lucht het
brandstofverbruik verminderen en mogelijk oververhitten en de motor ernstig beschadigen.
12