[34] Hoe te gebruiken
Handm. belichting
U kunt een opname met de gewenste belichtingsinstelling maken door wijziging
van zowel de sluitertijd als het diafragma.De sluitertijd en de diafragmawaarde
kunnen worden veranderd tijdens het opnemen van bewegende beelden.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand M (Handm. belichting).
2. Druk op de onderkant van het besturingswiel om de sluitertijd of
diafragmawaarde te selecteren, en draai daarna het besturingswiel om een
waarde te selecteren.
Als [ISO] is ingesteld op iets anders dan [ISO AUTO], gebruikt u MM
(gemeten handmatig) om de belichtingswaarde te controleren.
Naar +: Beelden worden helderder.
Naar - : Beelden worden donkerder.
0: Juiste belichting geanalyseerd door het apparaat
3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Opmerking
Als [ISO] is ingesteld op [ISO AUTO], verandert de ISO-waarde automatisch
zodat de juiste belichting wordt verkregen met gebruikmaking van de
diafragmawaarde en sluitertijd die u hebt ingesteld. Als de diafragmawaarde en
sluitertijd die u hebt ingesteld niet geschikt zijn voor een juiste belichting,
knippert de ISO-waarde op het scherm.
Het pictogram voor gemeten handmatig wordt niet afgebeeld wanneer [ISO] is
ingesteld op [ISO AUTO].
Als de hoeveelheid omgevingslicht buiten het meetbereik van gemeten
handmatig valt, knippert het pictogram voor gemeten handmatig.
Het waarschuwingspictogram SteadyShot wordt niet afgebeeld in de
handmatige-belichtingsfunctie.
De helderheid van het beeld op de monitor kan verschillen van die van het
beeld dat in werkelijkheid wordt opgenomen.
[35] Hoe te gebruiken
Opnemen
Een opnamefunctie selecteren
Opnemen
Een opnamefunctie selecteren