worden of defect kan raken.
Bedrijfstemperatuur
Uw apparaat is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen ongeveer 0 °C en
40 °C. Gebruik bij extreem lage of hoge temperaturen buiten dit bereik, wordt niet
aanbevolen.
Condensvorming
Als het apparaat rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving
wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van
het apparaat. Deze vochtcondensatie kan een storing in het apparaat
veroorzaken.
Om condensvorming te voorkomen wanneer u het apparaat rechtstreeks van
een koude naar een warme plaats overbrengt, plaatst u het eerst in een plastic
zak die u goed afsluit om te voorkomen dat er lucht in kan komen. Wacht
ongeveer een uur totdat de temperatuur van het apparaat gelijk is aan de
omgevingstemperatuur.
Als vocht condenseert, schakelt u het apparaat uit en wacht u ongeveer een
uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet
helder zijn.
Over de functies die beschikbaar zijn met het apparaat
Deze handleiding beschrijft de functies van de 1080 60i-compatibele apparaten en
de 1080 50i-compatibele apparaten. Om te controleren of dit apparaat een 1080
60i-compatibel apparaat of een 1080 50i-compatibel apparaat is, kijkt u of de
volgende merktekens op de onderkant van het apparaat staan.
Apparaat geschikt voor 1080 60i: 60i
Apparaat geschikt voor 1080 50i: 50i
Deze camera is compatibel met bewegende beelden van het formaat 1080 60p of
1080 50p. Anders dan bij traditionele standaardopnamefuncties, die opnemen
volgens de geïnterlinieerde methode, neemt dit apparaat bewegende beelden op
volgens de progressieve methode. Dit verhoogt de resolutie en geeft een
vloeiender, realistischer beeld.
Opmerkingen over het gebruik in een vliegtuig
In een vliegtuig stelt u [Vliegtuig-stand] in op [Aan].