de afstand tot het onderwerp, en of het onderwerp naar de voorflits kijkt of niet.
[117] Hoe te gebruiken
apparaat instellen
Autom. kadreren (stilstaand beeld)
Wanneer dit apparaat gezichten, onderwerpen voor macro-opname of
onderwerpen die worden gevolgd door [AF-vergrendeling] detecteert en opneemt,
snijdt het apparaat automatisch het beeld bij naar een geschikte compositie en
slaat dit op. Het oorspronkelijke maar ook het bijgesneden beeld worden
opgeslagen. Het bijgesneden beeld wordt opgeslagen in hetzelfde formaat als het
originele beeldformaat.
1. MENU →
instelling.
Menu-onderdelen
Uit:
De beelden worden niet bijgesneden.
Automatisch:
De beelden worden automatisch bijgesneden naar een geschikte compositie.
Opmerking
Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk dat het bijgesneden
beeld niet de optimale compositie is.
[
Autom. kadreren] kan niet worden ingesteld bij gebruik van een andere
zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [
De overige functies van dit
Autom. kadreren] → gewenste