De door u geprogrammeerde optie zal in hoofdletters in
het display staan, bijvoorbeeld:
DAG/NACHTSTAND
nacht
Druk op
2.7.3
Weekendstand
In de weekend stand worden alle oproepen gesignaleerd
zoals aangegeven in de nachtstand 2 (zie Faciliteitenhand-
boek paragraaf 2.40). Alleen het bedieningstoestel heeft
de mogelijkheid de weekendstand in te schakelen.
Als de weekendstand is ingeschakeld worden de oproepen
naar de, in de nachtstand 2, aangeven toestellen geleid.
Weekendstand blijft echter actief totdat u deze met de
hand weer uitschakelt.
2.7.4
Netlijnvolgstand
Externe volgstand houdt in dat alle inkomende oproepen
op een bepaalde netlijn automatisch laat doorschakelen
naar een extern telefoonnummer (bijvoorbeeld uw huis- of
autotelefoonnummer).
Alleen het bedieningstoestel heeft de mogelijkheid om
externe netlijnvolgstand in te schakelen. Als de volgstand is
ingeschakeld worden, afhankelijk van de programmeringen,
de hiervoor toegewezen lijnen naar het gekozen nummer
doorverbonden.
DISA-lijnen (zie Faciliteitenhandboek paragraaf 2.42) blijven
normaal functioneren en worden niet doorgeschakeld.
U kunt op het bedieningstoestel een toets aanmaken voor
de netlijnvolgstand optie. Druk op
'TOETSEN PROGRAM.' in uw display verschijnt. Druk op de
'PROG' optie die bij de rechter cursortoets verschijnt en
druk op de gewenste toets.
NACHT2
om het programmeren te verlaten.
PROG
totdat de optie
21