- INDOOR (BINNEN): Selecteer deze modus wanneer de kleurtemperatuur ongeveer
3.100K (binnenverlichting) is.
- OUTDOOR (BUITEN): Selecteer deze modus wanneer de kleurtemperatuur ongeveer
5.100K (buitenverlichting).
- AWC→SET (AWC→INSTELLEN): Om het optimale helderheidsniveau te vinden voor
de huidige omgeving, dient u de camera op een vel wit papier te richten en op de stick
INSTELLEN te drukken. Pas deze instelling opnieuw aan als de omgeving verandert.
- MANUAL (HANDMATIG): Selecteer deze optie om de Witbalance handmatig verfijnd af
te stellen. Stel de Witbalans eerst in via de ATW- of AWC-modus. Schakel hierna op
MANUAL (HANDMATIGE) modus, stem de Witbalans fijner af en druk vervolgens op de
stick INSTELLEN.
LET OP:
De Witbalans zal in de volgende condities mogelijk niet goed werken. Als dit het geval is,
selecteer a.u.b. de AWC-modus (automatische modus).
1. Wanneer de kleurtemperatuur van de omgeving rondom het object buiten het
regelbereik is (bijv. heldere hemel of zonsondergang).
2. Wanneer de omgevingsverlichting van het object schemerig is.
3. Wanneer de camera direct op een fluorescerend licht is gericht of op een plek is
geïnstalleerd waar de verlichting drastisch verandert, kann de werking van de Witbalans
onstabiel zijn.
6.4. DAY&NIGHT (Dag/Nacht)
Deze functie wordt gebruikt om de gevoeligheid van de camera's nachts te verbeteren of
wanneer het helderheidsniveau van het omringende milieu laag is.
MODE [ATW, AWB, AWC→SET, INDOOR,
OUTDOOR, MANUAL]: (MODUS [ATW,
AWB, AWC→INSTELLEN, BINNEN,
BUITEN, HANDMATIG) :
- ATW: Selecteer deze modus wanneer de
kleurtemperatuur tussen 1.800K en
10.500K is.
- AWB: Deze functie wordt gebruikt om naar
kleuren te zoeken die goed overeenkomen
met de omgeving. Selecteer deze modus
wanneer de kleurtemperatuur tussen
3.000K en 7.000K is.
Nederlands
7