Inhoudsopgave
Advertenties
6.2. EXPOSURE (Belichting)
Deze functie wordt gebruikt om de belichting te regelen.
SHUTTER (SLUITER) [x265, x128, x64, x32, x24, x16, x14, x12, x10, x8, x6, x4, x2,
AUTO, OFF, FLK (AUTO, UIT, FLK), 1/250, 1/500, 1/1000,1/2000, 1/5000, 1/10000,
1/20000, 1/50000, 1/100000]:
Regel de beeldhelderheid door de sluitersnelheid af te stellen.
AGC (Auto Gain Control) [HIGH, MANUAL, OFF, LOW, MEDIUM = HOOG,
HANDMATIG, UIT, LAAG, MEDIUM]:
Deze functie wordt gebruikt om helderdere beelden te creëren.
- HIGH (HOOG): Afstelling van gainwaarde met breed bereik.
- HANDMATIG: Selecteer het bereik voor de gainwaarde onder MANUAL AGC
(HANDMATIGE AGC) (-3dB~28dB).
- OFF (UIT): Uitgeschakeld.
- LOW (LAAG): Afstelling van gainwaarde met nauw bereik.
- MEDIUM: Afstelling van gainwaarde met medium bereik.
IRIS [AUTO, MANUAL = AUTO, HANDMATIG]):
- AUTO: De iris wordt automatisch geactiveerd bij verlichting. MANUAL (HANDMATIG):
Dit wordt gebruikt voor handmatige irisconfiguratie. Selecteer een waarde van 0 tot 255
onder MANUAL IRIS (HANDMATIGE IRIS).
MANUAL AGC (HANDMATIGE AGC):
Lees a.u.b. AGC > MANUAL (AGC > HANDMATIG).
MANUAL IRIS (HANDMATIGE IRIS):
Lees a.u.b. IRIS > MANUAL (IRIS > HANDMATIG).
SENS-UP LIMIT [OFF, x1~x256] (DETECTIE-OMHOOG LIMIET [UIT, x1~x256]):
Deze functie garandeert duidelijke beelden 's nachts en in slechte lichtcondities.
6.3. WHITE BAL (Witbalans)
Deze functie wordt gebruikt om de witbalans onder verschillende lichtomstandigheden te
controleren. De aanpassing van de instelling kalibreert de camera voor correcte en
natuurlijke kleurweergave.
6
BRIGHTNESS [0~100]:
Hiermee stelt u de waarde van
automatische belichting operatie. Als de
waarde toeneemt, wordt het scherm
helderder.
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
