6. OSD-Menu
1. Druk op de Stick INSTELLEN voor toegang tot de menu-modus.
2. Selecteer de gewenste functie met behulp van OMHOOG / OMLAAG.
3. Als er een instelling aanwezig is voor deze functie aan de rechterkant van het scherm,
gebruik LINKS/RECHTS om tussen de instellingen te schakelen en bevestig uw keuze
door op de stick te drukken. Als een ENTER pijl (↵) wordt weergegeven, drukt u op de
stick voor toegang tot het betreffende submenu.
4. In de submenu's, gebruik de stick om op RETURN (TERUG) te drukken om terug te
keren naar het vorige menu.
5. Om het menu te verlaten, druk de stick op het EXIT (VERLATEN) in het hoofdmenu.
DAY&NIGHT: Deze functie wordt gebruikt om de gevoeligheid van de camera's nachts
te verbeteren of wanneer het helderheidsniveau van het omringende milieu laag is.
BACKLIGHT: U kunt het hoogtepunt en de verlichting van compensatie controleren.
DNR: Deze ruisonderdrukking functie is voor het verminderen van het lawaai dat onder
omstandigheden met weinig licht kann worden gegenereerd.
IMAGE ADJ: U kunt verschillende foto gerelateerde instellingen instellen zoals
spiegeling, scherpte, tint en gain.
SPECIAL: Configureert de cameragerelateerde functies en gegevens.
RESET: Deze functie is uitsluitend voor het opnieuw instellen van de camera naar de
fabrieksinstellingen.
EXIT: Hier kunt u het menu verlaten.
6.1. FOCUS
U kunt hier de focus- en zoominstelling configureren.
4
FOCUS: U kunt hier de focus- en
zoominstelling configureren.
EXPOSURE: Deze functie wordt gebruikt
om de belichting te controleren.
WHITE BAL: Hier kunt u de witbalans onder
verschillende lichtomstandigheden
controleren.
Nederlands