Steekcombinatie afhechten
Voorwaarde:
•
Er is een borduurmotiefcombinatie gemaakt.
> Selecteer de gewenste positie in de borduurmotiefcombinatie waar u de borduurmotiefcombinatie wilt
afhechten.
> Tik op «i-dialoog».
> Tik op «Combinatie bij cursorpositie bewerken».
> Tik op «Afhechten».
– Elk afzonderlijk patroon van de borduurmotiefcombinatie kan aan het begin of aan het einde worden
afgehecht.
Motiefherhaling
Voorwaarde:
•
Er is een borduurmotiefcombinatie gemaakt.
> Tik op «i-dialoog».
> Tik op «Complete combinatie bewerken».
> Tik 1 keer op «Motiefherhaling» om de borduurmotiefcombinatie te herhalen.
x
> Tik opnieuw op «Motiefherhaling» om de borduurmotiefcombinatie tot 9 keer te herhalen.
> Houd «Motiefherhaling» ingedrukt of tik op «Instellingen verwijderen» om de herhaling van de
borduurmotiefcombinatie uit te schakelen.
5.6 Steken beheren
Steekinstellingen opslaan
> Selecteer een steek, alfabet of knoopsgat.
> Tik op «i-dialoog».
> Wijzig een steek, alfabet of knoopsgat.
> Tik op «Steekinstellingen opslaan» om alle wijzigingen definitief op te slaan.
> Tik op «Steek terugzetten» om alle wijzigingen ongedaan te maken.
Steken in het persoonlijke geheugen opslaan
In de map «Persoonlijk geheugen» kunnen de gewenste en individueel gewijzigde steekmotieven worden
opgeslagen.
> Selecteer een steek, alfabet of knoopsgat.
> Pas de steek aan.
> Tik op «Persoonlijk geheugen».
> Tik op «Steekmotief opslaan».
> Selecteer de map waarin u het motief wilt opslaan.
> Tik op «Bevestigen».
CREATIEF NAAIEN
57