Inhoudsopgave
Advertenties
NORMATIEF GEHEUGENSTEUNTJE
In het kader van de norm EN1090 moeten de instellingen van een lasgenerator gecontroleerd worden. Na deze controle kan een « Validatie-verkla-
ring » afgegeven worden.
De volgende validatie-procedure vloeit voort uit de normen EN 50504 en EN 60974-14.
Het doel van deze validatie-procedure is het verzekeren van een correct lasresultaat, dat tevens gereproduceerd kan worden.
De validatie van een lasapparaat volgens de norm betekent : een controle van de prestaties van het lasapparaat met betrekking tot de instellingen
van dat apparaat.
De validatie wordt uitgevoerd op 5 meetpunten in de afstelling. Het is evenwel mogelijk om, op aanvraag van de klant, een beperkter bereik te
valideren.
Selecteer het validatie/IJk bereik van de besturing of de op de lasbron gemonteerde indicator als volgt :
a) het volledige bereik van de besturing of van het meet-apparaat (zie aantekening);
b) een gedeeltelijk bereik van de besturing of het meetapparaat;
c) gekozen punten op het bereik vaan de besturing of het meetapparaat.
N.B. De maximale waarden van het bereik voor de voltmeters en ampèremeters worden gegeven door de nominale
nullastspanning en de maximale nominale lasstroom van de spanningsbron.
Voordat u de validatie/ijking uitvoert, moet u overleggen met de fabrikant, de klant of de gebruiker wat betreft optie b) of c).
Voer de metingen uit in de minimale afstelling, in de maximale afstelling en op drie andere punten die zich op nominaal gelijke afstand van elkaar
bevinden tussen het minimum en het maximum, op het complete bereik.
De meting wordt volgens de norm EN 50504 twee keer uitgevoerd (meting «a» stijgend en meting «b» dalend) na een stabilisatie-duur van de
gemeten waarden van 10 seconden).
De meting wordt volgens de norm En 60974-14 drie keer uitgevoerd (men meet 3 keer de waarde - meting «a», «b» en « c ») met korte intervallen
na een stabilisatie-duur van de gemeten waarden van 10 seconden.
Het wordt aanbevolen om het apparaat 5 minuten voor de meting in werking te stellen.
De validatie moet ten minste één keer per jaar uitgevoerd worden, en tevens na iedere reparatie of wijziging van het apparaat die de instellingen
zouden kunnen beïnvloeden.
Deze metingen mogen alleen uitgevoerd worden door een bevoegd en gekwalificeerd persoon. Deze persoon staat garant voor de test-voorwaarden
en de interpretatie van de resultaten. Wij raden de gebruikers ten zeerste aan om de norm aan te schaffen en deze te lezen alvorens een validatie
uit te voeren.
Bij speciale procedures zoals de MIG Pulse en de TIG AC kunnen meetfouten geconstateerd worden, die veroorzaakt zijn door een foutief gebruik of
het gebruik van niet aangepaste meetinstrumenten. In dat geval moet de fabrikant van het lasapparaat geraadpleegd worden.
Precisie van een lasapparaat
De precisie van de instellingen en/of displays wordt bepaald door een klasse, die weer bepaald wordt door de lasspecificaties (QMOS/DMOS) en de
eigenschappen van het lasapparaat.
Type validatie
- Volgens de norm EN 50504 kan het type validatie « consistentie » of « precisie » zijn.
- Volgens de norm EN 60974-14 kan het type validatie « validatie », « ijking » of « consistentie » zijn.
De normen preciseren 2 validatie-klassen genoemd « Standaard » of « Precisie ».
Deze geven de toleranties betreffende de lasinstellingen, de door het lasapparaat uitgevoerde en getoonde metingen en de te
gebruiken meetapparatuur. Zie de bijlagen.
6
CALIWELD KALIBRATIE KOFFER
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
