CONTROLE VAN EEN INSTELLING OP HET LASAPPARAAT
Voordat u het apparaat gaat instellen moet u :
1. Het lasapparaat aansluiten op de weerstandsbelasting met, bij voorkeur, de gebruikte massakabel en toorts. Indien dit niet mogelijk is, gebruik
dan kabels met dezelfde eigenschappen (lengte en sectie),
2. sluit de trekker-besturing van de toorts aan,
3. controleer of de meetinstrumenten correct aangesloten en ingeschakeld zijn,
4. koppel het lasapparaat aan en zet dit aan,
5. stel het apparaat in in de door u gewenste instelling.
6. Wacht 5 minuten.
Voor het meten van een instelling :
7. Zet het lasapparaat in de instelling die u wilt verifiëren.
8. Stel de weerstandsbelasting (Hoofdstuk weerstandsbelasting) in,
9. Druk op de trekker,
10. Meten :
- de waarden stroom en conventionele spanning (Hoofdstuk weerstandsbelasting).
- de waarde van de draadsnelheid op de snelheidsmeter na 10 seconden (bij gestabiliseerde snelheid).
11. Laat de trekker los.
1.
Weerstandmeter
De norm vereist dat de stroombronnen (MMA en TIG) en de spanningsbronnen (MIG) gecontroleerd worden onder een gangbare spanning en een
gangbare stroom.
De door de norm gegeven formules zijn :
MMA & SUB ARC : U(V) = 20V + 0.04 x I(A) lager dan 600 A
TIG : U(V) = 10V + 0.04 x I(A) lager dan 600 A
MIG : U(V) = 14V + 0.05 x I(A) lager dan 600 A
•
Voor de apparaten MMA en TIG die gebruikt worden als stroombron wordt de spanning aangepast met behulp van de weerstandsbelasting, om
zo overeen te komen met de gangbare spanning.
•
Voor de MIG apparaten, die functioneren als spanningsbron, wordt de stroom bijgesteld met behulp van de weerstandsbelasting, om zo ove-
reen te komen met de conventionele stroom.
Stroom (A)
40
60
80
100
150
200
250
300
400
500
600
Concordantie-tabel spanningen en conventionele stroom.
2.
Praktisch gebruik
Met de concordantie-tabel als basis kunnen we een koppel stroom/spanning kiezen om een test te realiseren en zo de waarde definiëren van
de weerstand van onze belasting met de formule R=U/I.
Om de weerstand te verkrijgen die het dichtst bij de gekozen waarde ligt moet de volgende formule worden gebruikt :
De koppels stroom/spanning zijn gegeven in de paragraaf «Definitie van de weerstanden» in de handleidingen van de weerstandsbelastingen
28
CALIWELD KALIBRATIE KOFFER
MMA & SUB ARC (V)
21.6
22.4
23.2
24.0
26.0
28.0
30.0
32.0
36.0
40.0
44.0
TIG (V)
11.6
12.4
13.2
14.0
16.0
18.0
20.0
22.0
26.0
30.0
34.0
NL
MIG (V)
16.0
17.0
18.0
19.0
21.5
24.0
26.5
29.5
31.0
39.0
44.0