• Draai de papierstapel in de lade om. Probeer ook het papier 180°
te draaien.
• In sommige gevallen (bijvoorbeeld voor geperforeerd papier,
kettingformulieren en etiketten) wordt aanbevolen het
afdrukmateriaal te roteren, zodat het in een andere stand in de
printer wordt ingevoerd.
• Controleer de kwaliteit van het papier waarop u afdrukt. Gebruik
geen beschadigd of slecht afgesneden papier.
• Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van HP.
• Gebruik geen papier waarop al eerder afgedrukt of
gefotokopieerd is. (Niet afdrukken op beide zijden van
enveloppen, transparanten, velijnpapier of etiketten.
• Controleer of de netvoeding van de printer regelmatig is en
voldoet aan de printerspecificaties.
• Maak de printer schoon.
• Neem contact op met een door HP geautoriseerde service- of
ondersteuningsdienst voor normaal printeronderhoud. (Zie ook de
HP-productondersteuningspagina's voorin de gebruikers-
handleiding voor meer informatie).
DU
Papierstoringen - 20