PROBLEEM
De dieselmotor draait door na
indrukken stopknop
Uitlaat rookt
De motor start en stopt weer na
10 tot 30 seconden
De dieselmotor stopt uit zich
zelf (Digital Diesel Control zal
de oorzaak van de storing
aangeven)
Roetende uitlaat.
NL / Whisper 8 Ultra voor mobiele toepassingen / December 2008 / Copyright © 2008 Mastervolt
MOGELIJKE OORZAAK
• Elektrisch bekrachtigde houdmagneet
valt niet af na drukken op stopknop
• Uitval Digital Diesel Control
• Licht blauwe rook; meestal een gevolg
van te lichte belasting
• Donker blauwe rook veroorzaakt door
smeerolie: overvol carter, versleten
cilinderwanden, vastgekoekte,
versleten of gebroken zuigerveren.
• Zwarte rook, onvolledige verbranding
veroorzaakt door overbelasting,
verstopt luchtfilter, te hoge inlaat-
luchttemperatuur, ongeschikte diesel of
water in de diesel.
• Beveiligingssysteem stopt de motor.
Dit kan veroorzaakt worden door te
lage oliedruk, koelwaterstoring
(temperatuursensor van de uitlaat), of
overbelasting. Mogelijk is een draad
los bij één van de alarmschakelaars
Digital Diesel Control zal een storing
aangeven
• Zware overbelasting of kortsluiting van
het vermogensgedeelte.
• Onvoldoende brandstof.
• Lage oliedruk. (oliedrukschakelaar
heeft motor uitgeschakeld)
• Te hoge motortemperatuur
(temperatuurschakelaar heeft motor
uitgeschakeld)
• Te weinig koelvloeistof
(temperatuurschakelaar heeft motor
uitgeschakeld)..
• Impeller kapot..
• Koelvloeistof water geblokkeerd.
• Lucht of water in het brandstofsysteem.
• Geblokkeerd luchtfilter of brandstoffilter
• Verlies van compressie door slijtage of
schade.
• Gebroken of slippende V-snaar.
• Thermostaat defect
• Generatorset wordt overbelast. Het
display zal "HIGH CURRENT" / "HOGE
STROOM" aangeven.
• Onvoldoende toevoer van
verbrandingslucht.
• Verstopt luchtfilter.
• Kapotte verstuiver.
• Onjuiste klepspeling.
• Slechte kwaliteit van de brandstof.
• Ongeschikte smeerolie.
• Voortdurend onbelast draaien of met
zeer lichte belasting.
MOGELIJKE OPLOSSING
Defecte Digital Diesel Control unit.
Stop de motor met de stophandel. Controleer
de bedrading. Controleer de werking van de
houdmagneet en vervang indien nodig kapotte
delen
Vergroot het aangesloten vermogen, schakel
meer gebruikers in.
Controleer het smeeroliepeil.
Controleer de compressie.
Controleer het luchtfilter
Controleer de brandstof.
Controleer op overbelasting.
Zie paragraaf 2.5.5. en 3.2.2 voor informatie
over de werking van het alarmsysteem. Het
door verbinden van de draden van de
alarmschakelaar kan helpen om de juiste
storing te identificeren. Indien er in
werkelijkheid geen fout wordt geconstateerd is
mogelijk een van de alarmschakelaars defect.
Schakel boordnet af en test op sluitingen.
Controleer het brandstofsysteem:
brandstofleidingen, -pomp, -filter, -klep,
Vul brandstof bij en ontlucht het systeem
Controleer oliepeil
Controleer de oliedruk van de motor en laat
het zonodig door Mastervolt repareren.
Controleer koelwatersysteem: waterpomp,
koelvloeistof.
Controleer brandstofsysteem
Laat de generatorset door Mastervolt
repareren.
Vervang de V-snaar of stel deze strakker
Controleer de thermostaat en zonodig
vervangen
Controleer de elektrische belastingen, schakel
onnodige verbruikers af
Controleer de luchtinlaat en het luchtfilter.
Maak indien nodig het luchtfilter schoon
Vervang defecte verstuiver.
Stel de klepspeling af.
Gebruik betere brandstof
Vervang de smeerolie.
Verhoog de belasting en laat de motor enkele
uren draaien.
STORINGEN VERHELPEN
31