Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

• Kalibratie – kalibratie van de vloersensor moet worden uitgevoerd tijdens de montage of nadat deze
gedurende lange tijd is gebruikt, als de weergegeven vloertemperatuur afwijkt van de werkelijke
temperatuur. Het instelbereik van de kalibratie is van -10°C tot +10°C met een nauwkeurigheid van 0,1 °C .
OPMERKING
De vloersensor wordt niet gebruikt in de koelmodus.
➢ Operatie modus
Uit – selecteer deze optie om de vloerverwarmingsmodus uit te schakelen. In deze modus zijn
Vloerbescherming
Vloerbescherming – deze functie dient om de vloertemperatuur onder de maximale temperatuurwaarde
te houden om het systeem tegen oververhitting te beschermen. Wanneer de vloertemperatuur de
maximale temperatuur bereikt, wordt de zoneverwarming uitgeschakeld.
Comfortprofiel – deze functie dient om de comfortvloertemperatuur te handhaven. De controller bewaakt
de vloertemperatuur en schakelt de zoneverwarming uit wanneer de zonetemperatuur de maximale
temperatuur bereikt om oververhitting te voorkomen. Wanneer de vloertemperatuur onder de vooraf
ingestelde minimumtemperatuur zakt, wordt de zoneverwarming ingeschakeld.
➢ Minimale temperatuur
Met deze functie kan de gebruiker de minimumtemperatuur definiëren om te voorkomen dat de vloer
afkoelt. Wanneer de vloertemperatuur onder de vooraf ingestelde minimumtemperatuur zakt, wordt de
zoneverwarming ingeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar in
➢ Maximale temperatuur
De maximale vloertemperatuur is een drempelwaarde van de vloertemperatuur. Als deze waarde wordt
overschreden, zal de regelaar de verwarming uitschakelen, ongeacht de huidige kamertemperatuur. Deze
functie beschermt het systeem tegen oververhitting.

4.2. EXTRA CONTACTEN

Menu
Met deze optie kan de gebruiker extra contacten beheren. Registreer eerst een contactpersoon (1-6 contacten) door
Registratie
te selecteren en kort op de communicatieknop op het apparaat te drukken, bijvoorbeeld EU-MW-1.
Nadat het apparaat is aangemeld en ingeschakeld, verschijnen de volgende functies:
➢ Informatie - het controllerscherm geeft informatie weer over de contactstatus, bedieningsmodus en bereik
➢ AAN - met deze optie kunt u de contactbediening in- of uitschakelen
➢ Operatie modus – de gebruiker kan de bedrijfsmodus voor het contact kiezen
➢ Tijdmodus – met deze functie kan de gebruiker de werkingstijd van het contact voor een bepaalde tijd instellen
De gebruiker kan de contactstatus wijzigen door
➢ Constante modus – met deze functie kan de gebruiker de contactwerking permanent instellen. Het is mogelijk om
de contactstatus te wijzigen door
➢ Relais – het contact werkt in overeenstemming met de zones waaraan het is toegewezen
➢ Drogen – als de
De maximale luchtvochtigheid
gebruiker het luchtdroogapparaat starten
en
Comfort modus
niet actief
Installateursmenu
Actief te selecteren/deselecteren
Actief te
selecteren/deselecteren.
in een bepaalde zone is overschreden, met deze optie kan de
23
de
Comfort-modus.
Extra contacten
en de modus
Duur in te stellen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave