Inhoudsopgave
Advertenties
Voor informatie over het gebruik van
onderhoudsmiddelen kunt u terecht bij
de servicewerkplaats van de dealer.
à Reinig meubeloppervlakken, meubelgre-
pen, lampen en alle kunststof delen in het
woongedeelte met water en een wollen doek.
Aan het water mag een zacht reinigingsmid-
del worden toegevoegd. Behandel zonodig
gelakte oppervlakken met meubelpolish.
à Reinig kussenstoffen met droogschuim of
met schuim van een mild wasmiddel. Was
kussenstoffen niet. Bescherm kussens tegen
zonnestraling om verbleken te voorkomen.
à Reinig gootsteen en gaskooktoestel nooit
met een zandhoudend schuurmiddel. Alles
vermijden, wat krassen en groeven zou kun-
nen veroorzaken.
à Gaskooktoestel alleen vochtig reinigen. Er
mag geen water in de openingen van het
gaskooktoestel binnendringen. Water kan het
gaskooktoestel beschadigen.
à Veiligheidsgordels kunnen worden uitgerold
en gereinigd met een warm sopje. Voor het
oprollen moeten de veiligheidsgordels volle-
dig droog zijn.
à Reinig de waterjerrycan met water en afwas-
middel en spoel deze vervolgens uit met ruim
vers water.
X1513.08.402 Dethleffs Globevan - 22-04 - NL
12.3 Onderhoudshandleiding
voor het hefdak
De hieronder vermelde onderhouds-
aanwijzingen moeten, afhankelijk van
de gebruiksfrequentie van het hefdak,
meerdere keren, echter ten minste
één keer per jaar worden uitgevoerd.
à Behandel de stoffen balg bij aanvang van
het seizoen met een gangbaar impregneer-
middel.
à Sluit de stoffen balg nooit in vochtige of natte
toestand. Wanneer dat toch een keer voor-
komt, moet u deze zo snel mogelijk volledig
laten drogen.
à Wrijf het afdichtrubber langs de dakrand voor
de wintermaanden in met talkpoeder of een
vergelijkbaar product zodat de afdichting bij
vorst niet aan de carrosserie vastvriest.
à Het dak moet worden onderhouden conform
de lakonderhoudsaanwijzingen van de
voertuigfabrikant. Hierbij mogen gangbare
lakschoonmaakmiddelen worden gebruikt.
à Neem de onderhoudsaanwijzingen van SCA
in acht.
12.4 Winteronderhoud
Zet bij gevaar voor bevriezing de ver-
warming altijd op ten minste 15 °C.
Zet de circulatieluchtventilator (indien
voorzien) op automaat. Open bij ex-
treme buitentemperaturen bovendien
meubelluiken en meubeldeuren.
De circulerende warme lucht kan
condensvorming in de opbergruimten
tegengaan.
12.4.1 Gebruik in de winter
Bij gebruik in de winter ontstaat condens door
het bewonen van het voertuig bij lage tem-
peraturen. Voor een goede luchtkwaliteit en
om schade aan het voertuig door condens te
voorkomen, is voldoende ventilatie van groot
belang.
à Zet de verwarming van het voertuig in de
hoogste stand tijdens de opwarmfase. Daar-
door wordt een optimale be- en ontluchting
bereikt.
à Verwijder 's ochtends alle kussens, ventileer
de opbergruimten en laat vochtige plekken
drogen.
Treedt er desondanks ergens condens
op, maak dit dan gewoon droog.
Verzorging
71
Advertenties
Inhoudsopgave
