hoofdstuk 1
2
Klik op Kalibreren. Er wordt een kalibratiepagina afgedrukt met zeven
reeksen van uitlijnpatronen. In het scherm Inktpatronen uitlijnen dat
opnieuw verschijnt, wordt u verzocht de uitlijnpatronen te bekijken en de
pagina-uitlijning, penuitlijning en kleurkalibratie te selecteren die het meest
geschikt zijn voor uw printer.
3
Volg de instructies op het scherm en selecteer uw keuzes met de knoppen
pagina.
4
Klik op Doorgaan. Er wordt een tweede pagina afgedrukt en u krijgt het
scherm Inktpatronen uitlijnen weer te zien.
5
Voltooi de kalibratie van de inktpatronen aan de hand van de instructies
op het scherm.
Zo kalibreert u de inktpatronen met een Macintosh:
Opmerking: De volgende procedures hebben betrekking op OS X. Voor
OS 9 kunnen de stappen iets afwijken. Zorg ervoor dat u de Photosmart-
printer hebt geselecteerd in Afdrukbeheer (OS X) of in de Kiezer (OS 9)
voordat u met afdrukken begint.
1
Selecteer Kalibreer in het drop-downmenu van het HP Inkjet-hulpprogramma.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor informatie over het openen
van het HP Inkjet-hulpprogramma. Zie de help bij de hp photosmart-printer
weergeven op pagina 1 voor informatie over het weergeven van Help bij
de printer.
Het paneel Kalibreer wordt weergegeven.
2
Klik op Lijn uit. Er wordt een kalibratiepagina afgedrukt met vijf reeksen
van uitlijnpatronen.
3
Controleer de uitlijnpatronen aan de hand van de instructies op het scherm
en gebruik de schuifregelaars om de beste uitlijning voor de inktpatronen
te selecteren. Bepaal de selecties aan de hand van de afgedrukte pagina.
4
Klik op Controleer als u uw selecties hebt gemaakt. Er wordt een tweede
pagina afgedrukt en het paneel Kalibreer verschijnt opnieuw, met nieuwe
instructies.
5
Voltooi de kalibratie van de inktpatronen aan de hand van de instructies
op het scherm.
10
en
. Bepaal de geschikte selecties aan de hand van de afgedrukte
hp photosmart 7200 series