Opmerking: Bewaar de inktpatroon daarom altijd in de meegeleverde
houder wanneer u deze uit de printer verwijdert. Als u een inktpatroon niet
op de juiste wijze bewaart, kan dat tot gevolg hebben dat de inktpatroon
defect raakt. Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie
over het bewaren van inktpatronen. Zie de help bij de hp photosmart-printer
weergeven op pagina 1 voor informatie over het weergeven van Help bij
de printer.
Voor informatie over het afdrukken in de afdrukmodus inkt-backup raadpleegt u
de Help bij de HP Photosmart-printer. Zie de help bij de hp photosmart-printer
weergeven op pagina 1 voor informatie over het bekijken van de Help bij de
printer.
inktpatronen installeren of vervangen
De printer presteert alleen optimaal wanneer u echte inktpatronen van HP
gebruikt die in de fabriek zijn gevuld.
De inktpatronen gaan het langst mee als u de printer uitzet wanneer u deze niet
gebruikt. Trek de stekker pas uit het stopcontact of schakel de stroomvoorziening
(bijvoorbeeld een snoercentrale) pas uit wanneer het printerstatuslampje niet
meer brandt. Als u de printer niet te snel uitschakelt, worden de inktpatronen op
de juiste manier opgeborgen.
Zo vervangt of installeert u inktpatronen:
1
Als de printer uitstaat, drukt u op de knop A
om de printer aan te zetten.
2
Til de printerkap op. De inktpatroonhouder beweegt naar het midden van
de printer.
naslaggids
op het bedieningspaneel
AN
inleiding
7