4.3
PERIODIEK ONDERHOUD
CONTROLEER DAGELIJKS:
•
Oliepeil (zie afb. 14).
Pas op dat het olieniveau
niet lager is dan het merk.
Geen olie toevoegen als het
peil nog boven het merk
staat.;
1
Maximum oliepeil
2
Minimum oliepeil
Afb. 14:
CONTROLEER DAGELIJKS:
•
Controleer het niveau van het interne koelwater;
•
Controleer slangen op lekkage en schavielen;
•
Controleer het buitenwaterfilter.
NA DE EERSTE 50 DRAAIUREN:
•
Ververs de smeerolie en vervang het oliefilter.
Laat de motor eerst warmdraaien, stop hem en
tap dan de olie af. Pomp de olie met de
aftappomp in een vat of blik. Vul de motor met
nieuwe olie. Start de motor en laat die vijf
minuten draaien. Stop de motor en geef de olie
de tijd om terug te zakken in het carter.
Controleer dan het oliepijl en vul olie bij indien
nodig;
•
Controleer bouten en moeren, koppelingen en
verbindingen en zet ze aan waar nodig. Besteedt
extra aandacht aan het brandstofsysteem;
•
Observeer de uitlaatgassen onder volle belasting.
De
uitlaatgassen
bevatten. Laat de motor nooit doorlopen met vuile
uitlaatgassen zonder de oorzaak te onderzoeken.
Voorkom schade door het doordraaien met een
defect;
•
Controleer
regelmatig
beluchter in de koelwatertoevoerleiding. Indien de
beluchter niet goed werkt kan door hevelen de
motor vol water raken en waterslag het gevolg
zijn. Waterslag ontstaat bij pogingen de motor te
starten met water in de cilinder. Daar water niet
samendrukbaar is, veroorzaakt waterslag grote
schade aan de motor;
•
Controleer de spanning van de V-snaar.
•
Controleer de elektrische verbindingen
NL / WHISPER 6/8/10 / December 2009 / Copyright © 2009 Mastervolt
1
2
mogen
geen
roetdeeltjes
de
werking
van
de
IEDERE 150 UUR:
•
Ververs de olie;
•
Controleer het niveau van het accuzuur (niet van
toepassing bij Mastervolt accu's)
•
Controleer de accupolen op corrosie;
•
Controleer de spanning van de V-snaar;
•
Controleer de impellerpomp. De levensduur van
de impeller hangt sterk af van de mate waarin het
buitenwater verontreinigd is en of er sprake is
van slib of zand in het water.
Wanneer men de impeller vervangt, controleer dan ook de
pakking van het pompdeksel. Zorg dat er een pakking
aanwezig is alvorens de pomp te openen en bestel met
een nieuwe impeller steeds een nieuwe pakking. Verwijder
het deksel om toegang te krijgen tot de impeller. Verwijder
de oude impeller met behulp van 2 schroevendraaiers.
Monteer de nieuwe impeller en smeer er wat vet op. Richt
de vinnen tegen de draairichting van de pomp die tegen
de klok indraait.
IEDERE 300 UUR:
•
Vervang de impeller van de buitenwaterpomp;
•
Trek
de
kopbouten
klepspeling. (zie § 5.4.2);
•
Vervang het oliefilter;
•
Vervang het brandstoffilter.
Het tijdstip voor vervangen van het brandstoffilter
hangt af van de vervuilingsgraad van de
brandstof. Het filter moet in ieder geval elke 300
uur worden vervangen. Sluit de brandstoftoevoer
af en vervang het filter;
IEDERE 1000 UUR:
•
Vervang de V-snaar;
•
Trek
de
kopbouten
klepspeling.
IEDERE 2000 UUR
•
Controleer de smeeroliedruk;
•
Controleer en reinig of vervang de verstuiver-
nozzles;
•
Controleer de inlaatluchtgeruis-demper.
De motor zuigt zijn verbrandingslucht aan via de
kap om de generator. Deze kap bevat een
sponsachtig filtermateriaal, dat tevens dient ter
bescherming
van
onderdelen die door de aanzuiglucht gekoeld
worden. Dit aanzuigfilter vraagt geen regelmatig
onderhoud. Indien de omgevingslucht extreem
vuil en vet is kunnen deze kanalen verontreinigd
raken en zal het sponsmateriaal moeten worden
gespoeld met oplosmiddel of vervangen.
•
Controleer het koelsysteem.
ONDERHOUD
na
en
controleer
de
na
en
controleer
de
verschillende
elektrische
23