Menuselectie
Doel
Regels per inch
Hiermee stelt u het aantal regels in dat
per verticale inch wordt afgedrukt.
Pagina-indeling
Hiermee geeft u op op welke wijze de
printer de marges interpreteert die zijn
ingesteld vanuit de software.
Tekenset
Hiermee bepaalt u welke codetabel
moet worden gebruikt voor PPDS-
afdruktaken.
Meest gelijkend
Hiermee geeft u aan of moet worden
gezocht naar het meest gelijkende
lettertype als het gewenste lettertype
niet is gevonden.
Lade 1 wijzigen
Hiermee configureert u de printer
zodanig dat deze werkt met
printerstuurprogramma's of
toepassingen die andere laden als
papierbron hebben gedefinieerd.
Dit menu-item wordt alleen
weergegeven als lade 2 is geïnstalleerd.
Automatisch HR na
Hiermee geeft u op of de printer
NR
automatisch een harde return moet
geven na de opdracht om naar een
nieuwe regel te gaan.
Automatisch NR na
Hiermee geeft u op of de printer
HR
automatisch op een nieuwe regel moet
beginnen na een opdracht voor een
harde return.
Printermenu's
Waarden
0,25...30 (6*)
Afdrukken*
Gehele pagina
1
2*
Uit
Aan*
Uit*
Lade 2
Uit*
Aan
Uit*
Aan
25
De ruimte tussen de regels (verticale
regelafstand) wordt automatisch ingesteld
op basis van de instellingen voor Regels
per inch, Regels per pagina, Papierformaat
en Afdrukstand. Selecteer het juiste
papierformaat en de juiste afdrukstand
voordat u het aantal regels per inch instelt.
De printer meet de marge-instellingen
vanaf de binnenste rand van het linker niet-
afdrukbare gebied en de onderkant van het
bovenste niet-afdrukbare gebied. Het
linker- en bovenste margegebied van de
afdruktaak is gelijk aan de marge-instelling
in de software plus het niet-afdrukbare
gebied.
De printer meet marge-instellingen vanaf
de linkerbovenrand van het papier. Het
linker- en bovenste margegebied van de
afdruktaak is gelijk aan de marge-
instellingen in de software.
De standaardcodetabellen worden gebruikt.
De adressen uit waarde 1 worden
gewijzigd om tekens en symbolen te
vertegenwoordigen die in niet-Engelstalige
talen worden gebruikt.
De printer stopt met afdrukken wanneer
een gewenst lettertype niet is gevonden.
Er wordt een foutbericht weergegeven over
het ontbreken van het lettertype.
De printer gaat door met afdrukken
wanneer een benodigd lettertype niet is
aangetroffen. De printer selecteert in dat
geval een ander lettertype, dat
overeenkomt met de eigenschappen van
het benodigde lettertype.
Taken worden afgedrukt vanuit de
gewenste bron.
Afdrukopdrachten voor lade 2 worden
omgezet in opdrachten voor lade 1.
Afdrukopdrachten voor lade 1 worden
omgezet in opdrachten voor lade 2.
De printer voert geen harde return uit na de
opdracht voor een nieuwe regel.
De printer voert een harde return uit na de
opdracht voor een nieuwe regel.
De printer voert geen nieuwe regel uit na
de opdracht voor een harde return.
De printer voert een nieuwe regel uit na de
opdracht voor een harde return.