Inhoudsopgave
Advertenties
door het rechtsom te draaien en vervolgens naar beneden
weg te trekken (afb. 17).
3. Verwijder de rubberen spuitmond vanaf het afgiftebuisje
door deze naar beneden weg te trekken (afb.18).
4. Duw de ring omhoog en controleer of de met de pijl in afb.
19 aangegeven gaten verstopt zijn. Indien nodig, de gaten
met behulp van een speld reinigen;
5. Plaats de spuitmond terug, verplaats de ring omlaag en
breng het stoompijpje op de spuitmond aan door het te
draaien en omhoog te duwen tot het vastklikt.
9. KOELEN KETEL
Indien men direct na het opschuimen van melk weer een kopje
koffie wenst te zetten, moet de ketel eerst afgekoeld worden
omdat anders de koffie verbrand zal worden afgegeven. Ga als
volgt te werk:
•
plaats een bak onder het stoompijpje;
•
open de stoomknop om heet water af te geven en de ketel
zo af te koelen;
•
de afgifte van heet water wordt automatisch gestopt
wanneer de ketel is afgekoeld: draai de stoomknop dicht
wanneer de pomp stopt te werken en er geen water meer
wordt afgegeven.
De machine is nu klaar voor gebruik.
10. HEET WATER AFGIFTE
1. Schakel het apparaat in door te drukken op de AAN/UIT
schakelaar (afb. 3). Wacht tot de lampjes koffieafgifte
branden;
2. Plaats een bak onder het stoompijpje.
3. Draai de stoomknop naar de stand
heet water uit het stoompijpje.
4. Om de afgifte van heet water te stoppen moet de stoom-
knop worden dichtgedraaid en moet er op een willekeu-
rige toets gedrukt worden.
Wij raden aan de afgifte niet langer te laten
duren dan 60 seconden.
11. REINIGING
11.1 Het apparaat reinigen
De volgende onderdelen van de machine moeten regelmatig
worden schoongemaakt:
-
het lekbakje (A9);
-
de koffiefilters (C2, C3 en C4);
-
de sproeier van de ketel (A5);
-
het waterreservoir (A3);
-
het stoompijpje (A15) zoals aangegeven in paragraaf "8.
Reiniging van het stoompijpje na ieder gebruik";
Let op!
•
Gebruik voor de reiniging van de machine geen oplosmid-
delen, schurende reinigingsmiddelen of alcohol.
•
Gebruik geen metalen voorwerpen voor het verwijderen
van aanslag of koffieresten omdat ze de metalen of plastic
oppervlakken kunnen beschadigen.
•
In geval van periodes van niet-gebruik langer dan een
week wordt aangeraden om, alvorens de machine te ge-
bruiken, een spoeling uit te voeren zoals beschreven in
paragraaf "3. Eerste inwerkingstelling van het apparaat".
Gevaar!
•
Het apparaat tijdens de reiniging nooit in water onder-
dompelen: het is een elektrisch apparaat.
•
Alvorens de buitenzijde van het apparaat schoon te maken,
moet het apparaat uitgeschakeld worden en de stekker uit
het stopcontact genomen worden. Laat vervolgens de ma-
chine afkoelen.
11.2 Reiniging van het lekbakje
Let op!
Het lekbakje is voorzien van een (rode) drijvende indicator van
het waterpeil in het bakje (afb. 20). Voor dat deze indicator uit
het kopjesblad zal steken, moet het bakje geledigd en gereinigd
worden, anders kan het water over de rand van het bakje lopen
en de machine, het werkoppervlak of de omliggende zone
beschadigen.
1. Verwijder het lekbakje (afb. 21).
2. Neem het kopjesblad (A7) weg, verwijder het water en rei-
nig het bakje met een doek; vervolgens het lekbakje weer
samenstellen. Verwijder het blad voor bekers of glazen
: er stroomt
(A10), reinig met water, droog het af en plaats het terug;
3. Plaats het lekbakje vervolgens terug.
11.3 Reiniging van de koffiefilters
Reinig de koffiefilters elke week:
Filters 1 en 2 kopjes
1. Verwijder het geperforeerde filter door aan het speciale
lipje te trekken (afb. 22);
2. Spoel de filters af onder stromend water (afb. 23);
3. Controleer of de gaatjes verstopt zijn en maak ze, indien
nodig, schoon met behulp van een speld (afb. 23 en 24);
4. Plaats het geperforeerde filter terug en duw het stevig aan.
Filter pads
Spoel het onder stromend water. Controleer of de gaatjes ver-
stopt zijn en maak ze, indien nodig, schoon met behulp van een
speld (afb. 23 en 24).
45
Advertenties
Inhoudsopgave
