Raadpleeg "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina x voor meer informatie over
het vervangen en weggooien van de batterij.
U vervangt de batterij als volgt:
36
Handboek voor de gebruiker
1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2. Ontkoppel het netsnoer en verwijder de kap. Zie "Onderdelen van de
systeemplaat" op pagina 21.
3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen van de systeemplaat" op
pagina 21.
4. Verwijder, indien nodig, adapterkaarten die de toegang tot de batterij verhin-
deren. Zie "Adapterkaarten installeren" op pagina 25.
5. Verwijder de oude batterij.
6. Installeer de nieuwe batterij.
7. Als u adapterkaarten hebt verwijderd om toegang te krijgen tot de batterij,
plaats die dan weer terug. Zie "Adapterkaarten installeren" op pagina 25 voor
instructies voor het vervangen van adapterkaarten.
8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie "Kap terugplaatsen en
kabels aansluiten" op pagina 38.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat
de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afge-
beeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij.