R
5 BATCHEN [T]
Dit deel beschrijft de beschikbare functies wanneer U Batch drukt in het meetscherm.
Opmerking: Wanneer een batch al open is wordt de Batch softkey vervangen door
.
Scroll
naar de gewenste functie en druk Kies om ze te bereiken of activeren.
Houd, in om het even welk stadium, Terug ingedrukt om meteen naar het
meetscherm terug te keren.
Batchen Verlaten: Verlaat batchen en keert terug naar het meetscherm.
Open Nieuwe Batch: Creeërt een nieuwe lege batch dat klaar is voor handmatig of interval opname.
Het Nieuwe Batch menu wordt aangeduid. Het batchnummer en -type worden aangeduid.
Druk
of
om het batch type te veranderen (interval opname of handmatig opname).
Druk Limits (zie "Limieten Instellen" pagina 23) om, voor de batch, limieten in te stellen.
Druk Ok wanneer U het batch type en de limieten hebt ingesteld.
•
In handmatige opname is de batch gecreeërd en begint het instrument te meten. Druk Opslaan of
Bewaren>Opslaan om een waarde in de batch op te slaan - zie pagina 26.
•
In interval opname wordt het Interval instellingsmenu aangeduid. Het interval tusssen metingen, het
approximatieve aantal metingen en het approximatieve aantal dagen worden aangeduid. Stel het
interval in, scroll naar de gewenste waarde (1 seconde tot 24 uur) en druk op Ok.
Het Uitgestelde Start instellingsmenu wordt aangeduid. Regel de vertraagde start, scroll naar de
gewenste waarde (Off, 1 minuut tot 60 minuten) druk dan op Ok.
Druk op Start om de opname te activeren (of druk
16
om naar het Batch menu terug te keren).