Inhoudsopgave
Advertenties
AK-CC55 Single Coil en AK-CC55 Single Coil UI
Functie
Beschrijving
Olieterugwinnings-
Selecteer hoe olieterugwinning moet worden afge-
modus
handeld:
0=Geen
1=Adaptieve vloeistofregeling met normale ventila-
torregeling
2=Adaptieve vloeistofregeling met ventilatoren UIT
3=Vaste klepopeningsgraad bij normale ventilator-
regeling
4=Vaste klepopeningsgraad met ventilatoren UIT
WAARSCHUWING:
Bij optie 3 en 4 is er geen superverwarmingsregeling
en is het de verantwoordelijkheid van de gebruiker
om de compressoren te beschermen.
Max. olieterugwin-
Maximale tijd voor een olieterugwinningscyclus. Als
ningstijd
een olieterugwinningscyclus langer duurt dan de in-
gestelde tijd, wordt de olieterugwinningscyclus
beëindigd
Olieterugwinning
Vaste klepopeningsgraad tijdens olieterugwinning
OD
Waarschuwing: Er is geen superverwarmingsregeling
en het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker
om de compressoren te beschermen
Ontdooiregeling
Tabel 33: Ontdooiregeling
Functie
Beschrijving
Regelstatus A
Uitlezing van de huidige regelstatus van de regelaar
Ontdooitempera-
Actuele temperatuur van geselecteerde ontdooistop-
tuursensor A
sensor
S5 Verdamper A
Actuele sensorwaarde
S5 Verdamper B
Actuele sensorwaarde
Ontdooiing A
Actuele status van de uitgangsfunctie
Ontdooiing B
Actuele status van de uitgangsfunctie
Ontdooitijd A
De duur van de ontdooiing die bezig is of de duur van
de laatste voltooide ontdooiing uitlezen.
Status adaptieve
Huidige status van de adaptieve ontdooifunctie
ontdooiing
Totaal aantal ont-
Aantal ontdooiingen dat is uitgevoerd sinds de eerste
dooiingen
inschakeling of sinds het resetten van de functie
Totaal aantal over-
Aantal ontdooiingen dat is overgeslagen sinds de
geslagen ontdooiin-
eerste inschakeling of sinds het resetten van de func-
gen
tie
Tc gemiddelde
Gemiddelde waarde van het signaal voor de conden-
temp.
satietemperatuur dat via de System Manager wordt
gedistribueerd naar de meubelregelaars die voor de
adaptieve ontdooiing gebruikt wordt. Bij transkriti-
sche CO
-installaties wordt de vloeistofvatdruk gedis-
2
tribueerd naar de meubelregelaars. De functie moet
in de systeemmanager worden ingesteld.
Ontdooiing starten
Commando voor het starten van een ontdooicyclus
Ontdooiing stoppen Commando voor het stoppen van een actieve ont-
dooicyclus
Ontdooimethode
Selectie van ontdooimethode
Ontdooistopme-
Hier bepaalt u of een ontdooicyclus moet worden
thode
gestopt op basis van tijd of via een temperatuursen-
sor
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.10
Waarden
0=Geen, 1=ALC en ventilatorregeling, 2=ALC en ven-
tilator UIT, 3=Vaste OD en ventilatorregeling, 4=Vaste
OD en ventilator UIT
Waarden
0=Normale regeling, 1=Vasthouden na ontdooien,
2=Min AAN-timer, 3=Min UIT-timer, 4=Afdruipen,
10=Hoofdschakelaar UIT, 11=Thermostaatuitschakel-
ing, 12=Vorstbeveiliging S4, 14=Ontdooien, 15=Ven-
tilatorvertraging, 16=Geforceerd sluiten, 17=Deur
open, 18=Smeltperiode, 19=Modulatietemp.regeling,
20=Noodregeling, 23=Adaptieve oververhittingsreg-
eling, 24=Startinjectie, 25=Handbedieningsregeling,
26=Geen koudemiddel geselecteerd, 29=Schoon-
maakactie actief, 30=Geforceerde koeling, 31=Deur
open, 32=Startvertraging, 33=Luchtverwarming,
45=Regelaar uitschakelen, 48=Adaptieve vloeisto-
fregeling(ALC), 51=Olieterugwinning
0=UIT, 1=AAN
0=UIT, 1=AAN
0=UIT, 1=Fout, 2=Tuning, 3=OK, 4=Weinig ijs, 5=Me-
dium ijs, 6=Veel ijs
0=UIT, 1=AAN
0=UIT, 1=AAN
0=Geen, 1=Elektrisch, 2=Heetgas, 4=Natuurlijke circu-
latie
0=Tijd, 1=S5-sensor, 2=S4-sensor, 3=S5A en S5B
Code
Korte naam
x30
--- Olieter-
ugw.modus
31x
--- Olieterugw. max.
x32
--- Olieterugw OD%
Code
Korte naam
u00
u00 Regelstatus
U73
U73 OntdStoptemp
u09
u09 S5 temp.
u75
u75 S5 temp. B
u60
u60 OntdRelais
u83
u83 OntdRelais B
u11
u11 Ontdooitijd
U01
U01 AD-status
U10
U10 TotOntdooi
U11
U11 TotOntdOversl
x02
--- Tc temp. Gem
x09
--- Def. Start
x10
--- Def. Stop
d01
d01 Ontd.methode
d10
d10 StdStopsensor
BC364229688105nl-000201 | 62
Advertenties
Inhoudsopgave
