Inhoudsopgave
Advertenties
AK-CC55 Single Coil en AK-CC55 Single Coil UI
DO2
• Alarm
Er is verbinding tussen klem 10 en 12 in alarmsituaties en wanneer de voeding van de regelaar is uitgevallen. DO2 heeft versterkte
isolatie die kan worden gebruikt met 24 V.
• Verlichting, randverwarming, compressor, nachtrolgordijn
Er is een verbinding tussen klem 10 en 11 (10 en 12 bij verlichting) actief wanneer de functie is ingeschakeld.
• Zuigleidingklep
Er is een verbinding tussen klem 10 en 11 wanneer de zuigleiding actief moet zijn.
DO3
• Compressor, randverwarming, ontdooiing, afvoerklep, vochtgehalte
Er is een verbinding tussen klem 13 en 14 wanneer de functie actief moet zijn.
DO4
• Ontdooiing
Er is een verbinding tussen klem 15 en 16 wanneer er ontdooiing plaatsvindt.
• Heet gas
Er is een verbinding tussen klem 15 en 16 wanneer de heetgaskleppen moeten worden geopend.
LET OP:
Bij vervanging van AK-CC550 door AK-CC55 moeten de draden worden verwisseld.
DO5
• Verlichting
Er is een verbinding tussen klem 18 en 20 wanneer de functie actief moet zijn.
• Randverwarming
Er is een verbinding tussen klem 18 en 19 actief wanneer de randverwarming actief moet zijn.
DO6
• Ventilator
Er is een verbinding tussen klem 21 en 22 wanneer de ventilator ingeschakeld is.
U kunt de verschillende uitgangen zelf de niëren in q02-q09
DO2-DO6 + AO1 en
applicatie 9
DI3
Digitaal ingangssignaal
Het signaal moet een spanning van 0/230 V AC (115 V AC) hebben.
De functie wordt gede nieerd in o84.
Display (RJ12-stekker)
Er kan een display worden aangesloten als de regelaar extern moet worden uitgelezen/bestuurd. Als er op de
voorzijde geen display aanwezig is, kunnen er twee externe displays worden aangesloten. Voor één display is de
max. kabellengte 100 m. Bij gebruik van twee displays mag de som van de twee kabellengtes niet meer zijn dan 100
m.
LET OP:
Bij vervanging van AK-CC550 door AK-CC55 moeten EKA 16x externe displays en kabels worden vervangen door
nieuwe AK-UI55 displays en kabels.
Elektrische ruis
Kabels voor sensoren, DI-ingangen met lage spanning en datacommunicatie moeten gescheiden worden
gehouden van andere kabels
met hoge spanning:
• Gebruik afzonderlijke kabelgoten
• Houd een afstand van minimaal 10 cm aan tussen kabels
• Vermijd lange kabels bij de DI-ingang met lage spanning
Installatieoverwegingen
Ongevalsschade, een slechte installatie of omgevingsfactoren kunnen storingen van het regelsysteem veroorzaken
en uiteindelijk leiden tot uitval van de installatie.
In onze producten zijn alle mogelijke beveiligingen opgenomen om dit te voorkomen. Als de installatie echter niet
correct wordt uitgevoerd, kunnen er toch problemen ontstaan. Elektronische regelaars vormen geen vervanging
voor normale, goede technische praktijken.
Danfoss aanvaardt geen aansprakelijkheid voor producten of installatiecomponenten, die beschadigd zijn door
bovengenoemde defecten. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om de installatie grondig te
controleren en de noodzakelijke beveiligingsvoorzieningen aan te brengen.
Met name wordt gewezen op de noodzaak van signalen naar de regelaar wanneer de compressor wordt gestopt en
op de noodzaak van vloeistofafscheiders vóór de compressoren.
De plaatselijke Danfoss-vertegenwoordiger is u graag van dienst met verder advies enz.
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.10
BC364229688105nl-000201 | 38
Advertenties
Inhoudsopgave
