AK-CC55 Single Coil en AK-CC55 Single Coil UI
Functie
Beschrijving
Uitschakeltemp.
Uitlezing van de actuele inschakelwaarde voor de
thermostaat
thermostaat
Draaitijd thermo-
Uitlezing van de huidige inschakeltijd van de thermo-
staat A
staat of de duur van de laatst voltooide inschakeling
Thermostaatband
Uitlezing van welke thermostaat wordt gebruikt voor
regeling: 1= Thermostaatband, 12= Thermostaatband
2
Luchtverwarming
Actuele status van de uitgangsfunctie
Thermostaatmodus Hier de nieert u hoe de thermostaat moet werken.
Als gewone AAN/UIT-thermostaat of als modulerende
thermostaat. In de modulerende modus zal de klep
de doorstroming van het koudemiddel beperken, zo-
dat de temperatuurvariatie kleiner is dan voor de
AAN/UIT-thermostaat. Het thermostaatdi erentieel
(r01) mag niet lager dan 2K worden ingesteld voor
'modulerend' . In een gedecentraliseerde installatie
moet u de instelling AAN/UIT-thermostaat selecteren.
Uitschakeling 1
Setpoint. De uitschakelwaarde van de thermostaat
wanneer de betre ende thermostaatband in gebruik
is
Uitschakeling 2
Setpoint. De uitschakelwaarde van de thermostaat
wanneer de betre ende thermostaatband in gebruik
is
Di erentieel 1
Wanneer de temperatuur hoger is dan de referentie +
het ingestelde di erentieel, wordt het compressorre-
lais ingeschakeld. Deze schakelt weer uit wanneer de
temperatuur daalt tot de ingestelde uitschakelgrens
Di erentieel 2
Wanneer de temperatuur hoger is dan de referentie +
het ingestelde di erentieel, wordt het compressorre-
lais ingeschakeld. Deze schakelt weer uit wanneer de
temperatuur daalt tot de ingestelde uitschakelgrens
Max. uitschakelg-
Setpointbegrenzing – het instelbereik van de regelaar
rens
voor het setpoint kan worden beperkt, zodat niet per
ongeluk veel te hoge of veel te lage waarden kunnen
worden ingesteld, wat tot schade zou kunnen leiden.
Om een te hoge instelling van het setpoint te voorko-
men, kan de maximaal toegestane referentiewaarde
worden verlaagd.
Min. uitschakelgrens Setpointbegrenzing – het instelbereik van de regelaar
voor het setpoint kan worden beperkt, zodat niet per
ongeluk veel te hoge of veel te lage waarden kunnen
worden ingesteld, wat tot schade zou kunnen leiden.
Om een te lage instelling van het setpoint te voorko-
men, kan de minimaal toegestane referentiewaarde
worden verhoogd.
Thermostaatsensor
Selectie van thermostaatsensor. Hier stelt u in welke
S4 %
sensor de thermostaat voor de regelfunctie moet ge-
bruiken. S3, S4 of een combinatie van beide. Bij de in-
stelling 0% wordt alleen S3 gebruikt. Bij 100% wordt
alleen S4 gebruikt.
Thermostaatsensor
Selectie van thermostaatsensor S4% tijdens nachtbe-
S4 % nacht
drijf met nachtrolgordijnen. Hier stelt u in welke sen-
sor de thermostaat voor de regelfunctie moet ge-
bruiken. S3, S4 of een combinatie van beide. Bij de in-
stelling 0% wordt alleen S3 gebruikt. Bij 100% wordt
alleen S4 gebruikt.
Night o set
Nachtverlagingswaarde. De referentie van de thermo-
staat is het setpoint plus deze waarde wanneer de re-
gelaar overschakelt op nachtbedrijf.
S4 vorstbescherm-
Vorstbeveiliging op S4 luchttemperatuur. Als de S4-
ing
temperatuursensor een temperatuur meet die lager is
dan de ingestelde grens, wordt de koeling gestopt
om producten tegen ijsvorming te beschermen. De
koeling start weer wanneer de S4-temperatuur 2K bo-
ven de ingestelde grens is gestegen
Neutrale zone lucht-
Warmtefunctie. Stel de breedte van de dode zone in
verwarming
om over te schakelen van koeling naar verwarming
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.10
Waarden
1=Band 1, 2=Band 2
0=UIT, 1=AAN
1=AAN/UIT, 2=Modulerend
Code
Korte naam
u91
u91 Uitschakeltemp.
u18
u18 Ther draaitijd
u86
u86 Ther. band
u84
u84 Luchtverw.relais
r14
r14 Therm. modus
r00
r00 Uitschakeling
r21
r21 Uitschakeling 2
r01
r01 Di erentieel
r93
r93 Di Th2
r02
r02 Max. uitschakel-
ing
r03
r03 Min. uitschakel-
ing
r15
r15 Ther. S4 %
r61
r61 Ther.S4% Nacht
r13
r13 Nachto est
r98
r98 S4 Min. grens
r62
r62 Warmte DZ
BC364229688105nl-000201 | 58