Inhoudsopgave
Advertenties
AK-CC55 Single Coil en AK-CC55 Single Coil UI
Figuur 16: Natuurlijke ontdooiing
S
3
S
5
M
M
S
4
Ontdooiing starten
Ontdooiing kan op verschillende manieren worden gestart:
Interval:
De ontdooiing wordt met vaste intervallen gestart, bijvoorbeeld om de acht uur. Bij gebruik van een schema of
netwerksignaal moet het interval ALTIJD op een 'hogere' waarde worden ingesteld dan de ingestelde periode
tussen twee ontdooiingen.
Wekelijks schema:
In dit geval kan de ontdooiing worden gestart op vaste tijdstippen overdag en 's nachts. Er geldt echter maximaal 6
ontdooiingen per dag mogelijk.
Contact:
De ontdooiing wordt gestart via een contactsignaal op een digitale ingang.
Figuur 17: Ontdooistart
Netwerk:
Het ontdooistartsignaal wordt via datacommunicatie ontvangen van een System Manager.
Adaptieve ontdooiing
In dit geval wordt het ontdooien gestart op basis van een intelligente meting van de verdamperprestaties.
Max. activeringstijd thermostaat:
Wanneer de totale tijd een vooraf ingestelde waarde heeft overschreden, wordt er een ontdooiing gestart.
Handmatig:
Een extra ontdooiing kan worden geactiveerd via de ontdooiknop op het AK-UI55 Set-display (behalve bij applicatie
5) of via een parameterinstelling. Alle genoemde methoden kunnen willekeurig worden gebruikt. De ontdooiing
wordt gestart zodra er een methode word geactiveerd.
Ontdooiing stoppen
De ontdooiing kan worden gestopt op basis van:
• Tijd
• S4A temperatuur (met tijd als beveiliging)
• S5A temperatuur (met tijd als beveiliging).
• S5A en S5B temperaturen (met tijd als beveiliging)
Wanneer de geselecteerde ontdooistopsensor de ingestelde ontdooistopgrens bereikt, wordt de ontdooiing
beëindigd. Als de ontdooistopsensor de ingestelde ontdooistopgrens niet binnen de ingestelde max. ontdooitijd
bereikt, wordt de ontdooiing op de ingestelde tijd beëindigd.
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.10
BC364229688105nl-000201 | 17
Advertenties
Inhoudsopgave
