O
•
Als de juiste belichting niet kan worden bereikt bij het geselecteerde
diafragma, wordt de sluitertijd in het rood weergegeven.
•
Als het onderwerp zich buiten het lichtmeterbereik van de camera
bevindt, wordt de sluitertijd weergegeven als "– – –".
N
•
Het diafragma kan zelfs worden aangepast wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
•
OPNAMEMODUS is bij verzending aan de Fn2-knop toegewezen. De
functie van het weergeven van het menu OPNAMEMODUS kan echter
worden toegewezen aan andere functieknoppen met behulp van
D TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN > FUNCTIE-INS. (Fn). De Fn2-knop
kan ook aan andere rollen worden toegewezen.
•
De opnamemodus kan ook worden gekozen met behulp van
H INSTELLINGEN BEELDKWALITEIT > OPNAMEMODUS.
P-, S-, A- en M-modi
59
3