Geheugenkaarten plaatsen
Foto's worden opgeslagen op geheugenkaarten (afzon-
derlijk verkrijgbaar).
N
De camera kan worden gebruikt met twee kaarten, één in elk van de
twee sleuven.
1
Open de kap van de geheugenkaartsleuf.
Ontgrendel en open de kap.
2
O
Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart
wordt verwijderd terwijl de camera bezig is met het formatteren van
de geheugenkaart of met het wegschrijven of wissen van gegevens.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de kaart
beschadigen.
2
Plaats de geheugenkaart.
Houd de kaart in de getoonde richting
en schuif deze in het apparaat totdat
deze aan de achterkant van de sleuf
vastklikt. Sluit en vergrendel de afdek-
kap van de geheugenkaartsleuf.
O
Controleer of de kaart in de juiste richting is geplaatst; steek de kaart
er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit.
46