Service en onderhoud
Om glijplaten 3 en 4 te vervangen,
moet
worden
hefapparatuur
onderhoud veilig uit te voeren. Het
wordt
werkzaamheden over te laten aan
uw
servicepartner.
Onderdeelnummers glijplaat
Glijplaat 1
Stelblad, lang:
Glijplaat 2
Stelblad, kort:
Glijplaat 3
Afstandhouder onder glijplaat 3
Glijplaat 4
16.
Controleer de bevestiging en de
werking van de aandrijfmotoren
Controleer
of
de
bevestigingsbouten
aandrijfmotor goed zijn vastgedraaid De bouten
moeten worden vastgedraaid tot 200 Nm.
Test de werking van de aandrijfmotoren door tegen
een vaste constructie of bijvoorbeeld een hoop zand
te duwen. Alle vier de wielen moeten draaien.
17.
Test en controleer de motor op
trillingen, geluid en algemene
prestaties
Afwijkend geluid en trillingen van de motor moeten
meteen
nadat
ze
gecontroleerd. Geluid of trillingen kunnen tekenen
zijn van aankomende motorschade die zo snel
mogelijk moet worden gerepareerd. Neem contact op
met uw Avant-klantenservice als u vermoedt dat er
afwijkende trillingen of geluiden zijn.
De koelventilator en de onderdelen van het
koelsysteem hebben een aanzienlijk effect op het
geluid van de motor. Controleer of de koelventilator,
luchtkanalen en dempende materialen in goede staat
zijn.
Controleer de trillingsdempende montagepads van
de motor. Vervang beschadigde dempers.
de
laadarm
gedeeltelijk
gedemonteerd.
Er
nodig
om
aanbevolen
om
deze
dichtstbijzijnde
Avant-
A48339
A48014
A412868
A412971
A47922
A47941
A48343
van
zijn
opgemerkt
worden
Een goed werkende motor behoudt een stabiel
toerental bij alle toerentalniveaus als er geen last of
slechts een kleine last is. Als de motor vastloopt of
is
het toerentalniveau op een ongewone manier
het
verandert, moet de motor worden gecontroleerd en
gerepareerd. Controleer of de motor zijn normale
bedrijfstemperatuur bereikt en vasthoudt. Als u
vermoedt dat er veranderingen zijn in de prestaties
van de motor of als u die heeft opgemerkt, als het
olieverbruik is toegenomen of als u een verandering
van de kleur van de uitlaatgassen opmerkt, neem
dan contact op met uw Avant-servicepunt.
18.
Controleer het veiligheidsframe,
de stoel, lampen en andere
veiligheidsapparatuur
Controleer,
test
veiligheidsapparatuur van de kniklader.
Controleer de ROPS- en FOPS-frames op
zichtbare schade. Als ROPS of FOPS is
beschadigd, moeten ze worden vervangen.
Controleer de installatie, staat en afstellingen
de
van de stoel. Controleer of het veringsysteem
werkt en kan worden aangepast. Test alle
afstellingen. Reinig het oppervlak van de stoel
met de juiste schoonmaakmiddelen.
Controleer
Controleer of de gesp stevig wordt vergrendeld
en
gemakkelijk
Controleer of de veiligheidsgordel goed op- en
afrolt; de gordel moet volledig oprollen en moet
onmiddellijk vastlopen als er snel aan de gordel
wordt getrokken. Reinig de veiligheidsgordel met
een vochtige doek en milde zeep.
Test alle lampen en verlichtingsapparatuur. Als
de kniklader is uitgerust met een wegverkeerkit,
controleer dan of de koplampen goed zijn
uitgelijnd. Controleer en reinig alle reflecterende
delen.
Controleer de grip-oppervlakken op de vloer van
de kniklader en de toegangstreden. Reinig de
oppervlakken en vervang ze indien nodig.
Controleer of de servicesteun van de laadarm en
de chassisvergrendeling op hun plaats zijn
opgeborgen
vergrendelingsonderdelen hebben.
Test de werking van de achteruitrijzoemer, als
die op de kniklader is geïnstalleerd.
130
Avant 735
en
reinig
indien
nodig
en
test
de
veiligheidsgordel.
kan
worden
losgemaakt.
en
of
ze
de
alle
benodigde