Inhoudsopgave
Advertenties
Service en onderhoud
Inspecties na het starten van
de kniklader
16.
Controleer de bewegingen van
de laadarm
De laadarm moet soepel naar alle uiterste
posities bewegen als er geen aanbouwwerktuig
wordt gebruikt.
Als de telescopische functie van de laadarm
stugger begint te werken onder belasting, voeg
dan vet toe aan de smeerpunten op de
bovenkant van de laadarm. Breng niet direct vet
aan op de binnenste laadarm, omdat dit vuil
verzamelt en slijtage veroorzaakt. Schuif de
laadarm
helemaal
smeermiddel op de binnenkant van de laadarm.
Als de glijplaten zijn versleten, kan er teveel
speling tussen de gedeelten van de laadarm zijn.
Als er merkbare speling is, pas de glijplaten van
de telescopische laadarm dan aan of vervang
ze.
Als er een aanbouwwerktuig is bevestigd,
controleer dan of de laadarm soepel beweegt
binnen het normale werkbereik.
Hydraulische
slangen
mogen in geen enkele positie van de laadarm
samengedrukt of uitgerekt worden
Gevaar voor botsingen - Breng
het aanbouwwerktuig niet naar
een
VOORZICHTIG
kniklader kan raken. Sommige
aanbouwwerktuigen
voorbanden, laadarm of structuren
van de kniklader raken wanneer de
laadarm naar de uiterste posities
wordt
Gebruik aanbouwwerktuigen alleen
voor het beoogde gebruik.
.
uit
en
spuit
PTFE-
of
elektriciteitskabels
positie
waarin
het
kunnen
bewogen
of
gekanteld.
.
17.
Controleer
aandrijvingsbesturing en stuur
Controleer de werking van de pedalen en het
stuur. De pedalen moeten vrij bewegen en niet
vast komen te zitten of stijf aanvoelen.
Controleer of de kniklader stopt als u de
gaspedalen niet induwt. Gebruik de kniklader
niet als de remprestaties zijn verminderd, of als
de kniklader verschuift.
Laat de kniklader opwarmen en controleer de
stuurinrichting. Wanneer de motor loopt, moet
het stuur eenvoudig te draaien zijn. Wanneer de
motor is uitgeschakeld, werkt het stuur wel, maar
is er meer kracht voor nodig. Er is een
ingebouwde back-upstuurinrichting waarmee de
kniklader
hydraulische debiet naar de stuurinrichting is
onderbroken.
Als u problemen opmerkt met de pedalen, het
stoppen van de kniklader, verschuiven of problemen
met de normale of back-upstuurinrichting, schakelt u
de parkeerrem in, schakelt u de kniklader uit en
repareert u de kniklader voordat u hem weer
gebruikt.
18.
Test de parkeerrem
Test de parkeerrem regelmatig.
de
Schakel
1.
kniklader werkt.
de
Zet de rijsnelheidsmodus op langzaam.
2.
Duw de rijpedalen in. De kniklader mag niet
3.
bewegen
ingeschakeld.
Verhoog het toerental van de motor en test de
4.
parkeerrem zowel bij vooruit als bij achteruit
rijden.
Als de kniklader beweegt wanneer de rijpedalen
worden ingedrukt, stop dan het gebruik van de
kniklader. Repareer de remmen voordat u de
kniklader gebruikt.
122
.
.
kan
worden
gedraaid
de
parkeerrem
in
wanneer
wanneer
de
parkeerrem
Avant 735
als
het
de
is
Advertenties
Inhoudsopgave
