Het scherpstelgebied selecteren
Het scherpstelgebied selecteren
z [AF Mode]
[AF Mode]
z
Submenu 2
De camera stelt automatisch
scherp. (Wanneer een gezicht
wordt gedetecteerd, wordt
dit aangegeven met een wit
kader
Face/iESP
wordt ingedrukt en de camera
scherpstelt, wordt het kader
groen
gedetecteerd, kiest de camera
een onderwerp in het kader en
stelt hij automatisch scherp.)
De camera stelt scherp op
Spot
het onderwerp dat zich in het
autofocusteken bevindt.
De camera volgt automatisch de
bewegingen van het onderwerp
AF Tracking
zodat er voortdurend op wordt
scherpgesteld.
*1
Voor sommige onderwerpen verschijnt het kader
niet of niet onmiddellijk.
Als het kader rood knippert, kan de camera niet
*2
scherpstellen. Probeer opnieuw scherp te stellen
op het onderwerp.
● [AF Tracking] is geactiveerd in het optische
zoomgebied.
Toepassing
; als de ontspanknop half
*1
. Als geen gezicht wordt
*2
Blijven scherpstellen op een bewegend
Blijven scherpstellen op een bewegend
onderwerp (AF Tracking)
onderwerp (AF Tracking)
1 Beweeg de camera tot het autofocusteken op
het onderwerp is gericht en druk op de knop A.
2 Wanneer de camera het onderwerp herkent,
volgt het autofocusteken de bewegingen van het
onderwerp automatisch zodat er voortdurend op
wordt scherpgesteld.
3 Om de volgfunctie te annuleren, drukt u op
de knop A.
● Afhankelijk van het onderwerp of de
opnameomstandigheden, is het mogelijk dat de
camera de focus niet kan vergrendelen of er niet
in slaagt de bewegingen van het onderwerp te
volgen.
● Als de camera er niet in slaagt de bewegingen van
het onderwerp te volgen, licht het autofocusteken
rood op.
De methode selecteren om de
De methode selecteren om de
helderheid te meten
helderheid te meten z
Submenu 2
Hiermee krijgt u een evenwichtige
helderheid over het volledige
scherm (meet de helderheid in
ESP
het midden en in de omliggende
zones van het scherm
afzonderlijk).
Fotografeert het onderwerp in het
midden bij tegenlicht (meet de
5 (spot)
helderheid in het midden van het
scherm).
● Als [ESP] ingesteld is, kan het midden van het
beeld donker zijn wanneer met veel tegenlicht
wordt gefotografeerd.
n ] ]
z [ESP/
[ESP/n
Toepassing
31
NL