Avant e5
3. Bandenspanning controleren
Controleer de bandenspanning als er geen zware
hulpstukken en extra contragewichten zijn bevestigd.
De juiste bandenspanning hangt af van de bedoelde
last.
Raadpleeg
het
Specificaties.
4. Controleren en aandraaien van
bouten, moeren en fittingen
Controleer of de bouten, moeren en hydraulische
fittingen goed vastzitten. Draai ze niet te strak aan;
draai hydraulische fittingen alleen aan als dat nodig
is.
De wielmoeren moeten worden aangedraaid 150
Nm.
Controleer of de borgschroeven van de scharnierpen
goed vastzitten; als ze los zijn, draait u ze vast en
gebruikt u schroefdraadborgmiddel.
Draai de wielmoeren vast na de
eerste
regelmatig of de wielmoeren nog
goed vastzitten.
hoofdstuk
Technische
5
bedrijfsuren.
Controleer
.
5. Hydraulische-oliepeil
Het hydraulische-oliepeil kan worden gecontroleerd
met de peilstok in de vuldop. Vergrendel de laadarm
met de servicesteun om de vulopening te kunnen
openen.
Het oliepeil moet ongeveer op de onderste markering
van de peilstok (1) zijn als de laadarm omhoog is.
Draai de peilstok vast om te meten. Vul bij indien
nodig, maar nooit meer dan de markering van de
bovengrens (2). Daardoor kan de olie overstromen
als de laadarm omlaag wordt gebracht.
96
.
1. Doelmarkering. Vul bij
tot dit teken wanneer het
hydraulische
systeem
koud is.
Het gemarkeerde gebied
op
de
afbeelding
hiernaast
laat
benadering
acceptabele peil zien.
2. De tweede markering op
de peilstok geeft het
maximumpeil
van
hydraulische olie aan.
De olie kan dit niveau
bereiken
als
hydraulische
systeem
heet is.
Vul
de
hydraulische-
olietank nooit te veel. De
olie kan overstromen of
in
de
tank
gaan
schuimen.
bij
het
de
het