Avant e5
Controleren na het starten van de kniklader
11 Aandrijvingsbesturing en
stuur
12 Verplaatsingen van de
laadarm
Controleer de werking van de pedalen en het stuur na het starten. De
pedalen moeten vrij bewegen en niet vast komen te zitten of stijf aanvoelen
Controleer of de kniklader stopt als u de gaspedalen niet induwt. Gebruik de
kniklader niet als de remprestaties zijn verminderd of als de kniklader
verschuift
Laat de kniklader opwarmen en controleer de stuurinrichting
De laadarm moet soepel naar alle uiterste posities bewegen als er geen
hulpstuk wordt gebruikt
Als er een hulpstuk is bevestigd, controleer dan of de laadarm soepel
beweegt binnen het normale werkbereik
Hydraulische slangen of elektriciteitskabels mogen in geen enkele positie van
de laadarm samengedrukt of uitgerekt worden
92