e) Laad elektriciteit naar het bedieningspaneel in de luchtcompressor
f) Testfase werkingstest: Het testen van de werking moet twee of drie keer worden gedaan vóór de officiële
ingebruikname. Het doel van het proefdraaien, opstarten van de machine en onmiddellijk uitschakelen, is controleren of
de draairichting van de luchtcompressor correct is of niet en of er abnormale geluiden en trillingen zijn.
g) Normale werking: Druk opnieuw op de startknop om de werking van de luchtcompressor te starten.
h) Na het opstarten van de machine moeten motoren met een vermogen van meer dan 11 kW worden ingesteld als Y-△
startend, de initiële werking wordt langzaam versneld in de vorm van Y en automatisch gewijzigd in snel versnellen in de
vorm van △.
i) Stop: Wanneer op de stopknop wordt gedrukt, stopt de luchtcompressor met werken. De perslucht in de drukpijpleiding
zal worden ontladen door het ontlastingsventiel wanneer de machine is gestopt en zich gereed maken voor de volgende
onbelaste start van de apparatuur. Het is een normaal verschijnsel als een zwak geluid van het uitblazen van lucht te
horen is.
9.4 Veiligheidsbescherming
a) Motor beveiliging
Omschrijving
SN
mankement
Fase tekort
1
Overbelast
2
Vergrendelde
3
rotor
Onbalans
4
Kortsluiting
5
b) Lucht (olie) uitlaat is standaard meer dan bescherming
Wanneer temperaturen van lucht (olie) uitstoot de ingestelde waarschuwingstemperatuur bereiken, zal er
waarschuwingsinformatie over de controller zijn en een alarm geven. Wanneer de temperatuur de ingestelde
doorslagtemperatuur bereikt, voert de controller de volgorde uit en schakelt uit
Als de fasevolgorde van de driefasige voeding verschilt van die in de controller, kan de controller het startsignaal
niet uitvoeren en kan de motor niet starten. Voorlopig moet u om het even welke twee elektriciteitsleidingen
vervangen en de draairichting van de motor bekijken.
c) Bescherming tegen overdruk van uitlaatdruk
Wanneer de uitlaatdruk hoger is dan de bovenste grenswaarde, voert de controller de volgorde uit en
schakelt uit
d) Beveiliging tegen sensorstoring
Wanneer de druksensor en de temperatuursensor defect raken of de verbinding wordt verbroken, voert de
controller de opdracht uit en stopt.
Display
Oorzaken
mankement
Alarmstop
Mankement in voeding, contactor en motorcircuit
Alarmstop
Meer laadvermogen of mechanisch mankement
Alarmstop
Meer laadvermogen of mechanisch mankement
Alarmstop
Drie fasentypen spanning van de voeding is niet stabiel of
circuitmankement in motor
Alarmstop
Ernstige elektriciteitslekkage, kortsluiting tussen cirkels van de
motor of fout in de stroominstelling
18
Tabel 4