Overlocken in de praktijk
> Naai over het uiteinde van de stof.
Naaddraden trekken
Gebruik voor de naald-/grijperdraad garens met een duidelijk opvallende kleur, zodat u de naalddraden
gemakkelijker kunt scheiden.
De naalddraden zijn meestal de kortere draden in de draadbundel.
> Stel de machine in voor een 4-draads overlock.
> Stel het differentieeltransport op de basiswaarde in.
> Naai de stof met de kant naar boven waar u plooien wilt maken.
> Laat de lange draadbundel aan het uiteinde van de naad staan.
> Maak de naalddraad/-draden uit de draadbundel los.
> Trek aan de naalddraad/-draden en verdeel de plooien gelijkmatig over de naad.
9.5 Buitenhoeken naaien
Met de volgende twee methoden maakt u een nette hoek.
Methode 1
> Stel de machine in voor een 2-, 3- of 4-draads overlock.
> Naai langs de stofrand tot voorbij de hoek.
> Begin de nieuwe kant en naai over de eerder genaaide rand.
100