09/07/08 10:32:11 39Z6L600_008
MOTOROLIE
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
Aanbevolen olie
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-classificatie SJ
of hogere klasse (of gelijkwaardig). Controleer altijd het API-servicelabel op
de olieverpakking om te zien of de aanduidingen SJ of hogere klasse (of
gelijkwaardig) vermeld staan.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
SAE 10W-30 of 5W-30 wordt aanbevolen voor algemene
gebruiksdoeleinden. Gebruik een volledig synthetische 5W-30 olie voor
start-/bedrijfstemperaturen tussen
viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u gebruiken
als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het aangeduide
bereik ligt.
Controle olieniveau
Controleer het motorolieniveau terwijl de motor uit is en horizontaal staat.
1.
Start de motor en laat deze 1 tot 2 minuten stationair draaien. Zet de
motor af en wacht 2 tot 3 minuten.
2.
Verwijder de oliepeilstok en veeg deze schoon.
3.
Steek de oliepeilstok helemaal in en neem deze weer uit om het oliepeil
te controleren.
4.
Als het olieniveau laag is, verwijdert u de olievuldop dan en vul bij met
de aanbevolen olie tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok.
5.
Breng de peilstok en olievuldop weer aan.
OLIEPEILSTOK
HOOGSTE PEIL
LAAGSTE PEIL
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de dealergarantie
(Distributor's Limited Warranty) .
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u het motorolieniveau altijd controleren voordat u de
motor start.
8
Synthetisch 5W-30
−
15°C en
−
25°C. Andere
OLIEVULDOP
Olie verversen
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
1.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie
op te vangen en verwijder dan de olievuldop, de aftapplug en de
afdichtring.
2.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en
de nieuwe afdichtring aan en draai de aftapplug stevig vast.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak, giet niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
OLIEVULDOP
AFDICHTRING
AFTAPSTOP
3.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de
bovenste peilstreep op de peilstok.
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de dealergarantie
(Distributor's Limited Warranty) .
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u bijvullen tot het bovenste motorolieniveau en het
niveau regelmatig controleren.
4.
Breng de olievuldop en de peilstok weer aan en zet deze stevig vast.
NEDERLANDS
OLIEPEILSTOK
HOOGSTE
PEIL
LAAGSTE
PEIL