09/07/08 10:33:00 39Z6L600_010
6.
Reinig de filterelementen als u ze opnieuw gebruikt.
Papieren filterelement: Tik een paar keer met het filterelement op een
hard oppervlak om vuil te verwijderen, of blaas met perslucht [maximale
druk 207 kPa (2,1 kgf/cm2)] het filterelement vanaf de luchtfilterhuiszijde
door.
Probeer vuil nooit weg te borstelen, want dan worden de vuildeeltjes in
de vezelstructuur gedrukt. Vervang het papieren filterelement als dit erg
vervuild is.
Schuimrubberen filterelement: reinig in een warm zeepsopje, spoel met
schoon water en laat dan grondig drogen. Of reinig in een niet-
ontvlambaar oplosmiddel en laat vervolgens drogen. Doop het
filterelement in schone motorolie en knijp vervolgens alle overtollige
olie eruit. De motor zal bij de eerstvolgende start veel rook afgeven als
er te veel olie in het schuimrubber achterblijft.
Drenken
Knijpen
7.
Veeg met een vochtige doek vuil weg vanuit de binnenkant van het
luchtfilterhuis en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat vuil
in de luchtkamer aan carburateurzijde binnendringt.
8.
Plaats het schuimrubberen filterelement over het papieren filterelement
en breng het zo samengebouwde filterelement aan. Controleer of de
pakking onder het filterelement aanwezig is. Zet de vleugelmoer stevig
vast.
9.
Zet de luchtfilterdekselvergrendeling stevig vast.
10
Drogen
Olie
Knijpen
BOUGIE
Aanbevolen bougie:
ZFR5F (NGK)
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van verkeerde bougies kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat u
onderhoud aan de bougies pleegt.
Voor een goede werking moeten de bougies de juiste elektrodenafstand
hebben en mag er geen aanslag op aanwezig zijn.
1.
Haal de bougiedoppen los van de bougies en verwijder eventueel vuil
direct rondom de bougies.
2.
Verwijder de bougies met een 5/8-inch bougiesleutel.
BOUGIEDOP
3.
Inspecteer de bougies. Vervang
bougies als ze beschadigd of erg
vervuild zijn en als de afdichtring in
slechte conditie is of de elektrode
versleten is.
4.
Meet de elektrodenafstand met een
voelermaat van het draadtype.
Corrigeer de elektrodenafstand zo
nodig door de zijelektrode
voorzichtig iets te buigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7 0,8 mm
−
5.
Monteer de bougie zorgvuldig met
de hand, om beschadiging van de
schroefdraad te voorkomen.
6.
Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 5/8-inch
bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten.
Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten.
Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te
−
zetten.
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de
cilinderkop worden beschadigd.
7.
Bevestig de bougiedoppen op de bougies.
NEDERLANDS
BOUGIESLEUTEL
MASSA-ELEKTRODE
0,7 0,8 mm
−
AFDICHTRING