09/07/08 10:31:47 39Z6L600_007
VEILIGHEIDSVOORZORGEN
Zet de motor uit voordat u begint met onderhoud of reparatie. Haal de
bougiedop los van de bougie om onbedoeld starten te voorkomen.
Daarmee neemt u enkele potentiële risico's weg:
−
Koolmonoxidevergiftiging door motoruitlaatgassen.
Gebruik de motor buiten, uit de buurt van open ramen en deuren.
−
Brandwonden door hete onderdelen.
Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u deze aanraakt.
−
Letsel door bewegende onderdelen.
Zet de motor pas aan als de instructie dat aangeeft.
Lees de instructies voordat u begint en controleer of u het vereiste
gereedschap en de deskundigheid bezit.
Wees voorzichtig wanneer u met benzine werkt, om het risico op brand
of explosie te verminderen. Gebruik een niet-ontvlambaar oplosmiddel
en geen benzine om onderdelen te reinigen. Blijft met een brandende
sigaret, vonken of open vuur bij alle onderdelen van het
brandstofsysteem vandaan.
Denk eraan dat een erkende Honda onderhoudsdealer uw motor het beste
kent en volkomen is uitgerust om deze te onderhouden en te repareren.
Gebruik voor de beste kwaliteit en betrouwbaarheid alleen nieuwe
originele Honda of gelijkwaardige onderdelen ter reparatie en vervanging.
ONDERHOUDSSCHEMA
PERIODIEKE ONDERHOUDSBEURT (3)
Voer uit volgens elke
aangegeven maand of
bedrijfsureninterval, wat het
eerst komt.
CONTROLEPUNT
Motorolie
Controleer
niveau
Verversen
Motoroliefilter
Vervangen
Luchtfilter
Controleren
Reinigen
Vervangen
Bougie
Controleren-
afstellen
Vervangen
Vonkenvanger
Reinigen
(betreffende uitvoeringen)
Stationair toerental
Controleren-
afstellen
Klepspeling
Controleren-
afstellen
Verbrandingskamer
Reinigen
Brandstoffilter
Vervangen
Brandstofleiding
Controleren
*
Vervang uitsluitend het papieren filterelement.
**
Raadpleeg het werkplaatshandboek.
(1)
Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt.
(2)
Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw Honda
onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap beschikt en
geen ervaren monteur bent. Zie het Honda werkplaatshandboek voor
onderhoudsprocedures.
(3)
Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk
bij, om de correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen.
Als dit onderhoudsschema niet wordt opgevolgd, kan dit leiden tot
defecten die niet door de garantie worden gedekt.
Alle
Eerste
Elke 6
Elk
Elke 2
gebruik
maand
maanden
jaar
jaar
pagina
of na
of na
of na
of
20 uur
100 uur
300 uur
500 uur
Elke 200 uur
(1)
*
(2)
(2)
Telkens na 1000 uur (2)
(2)
Elke 2 jaar (indien nodig vervangen) (2)
BRANDSTOF TANKEN
Aanbevolen brandstof
Loodvrije benzine
VS
Behalve VS
Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine met
een pompoctaangehalte (PON) van 86 of hoger (een research-
octaangehalte (RON) van 91 of hoger).
Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en met de motor uit. Als
de motor gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen. Vul de tank nooit bij in
een ruimte waar benzinedamp in contact kan komen met open vuur of
vonken.
U kunt loodvrije benzine gebruiken die maximaal 10 volumeprocent
ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol bevat. Daarnaast moet de
methanol verdunners en corrosieremmers bevatten. Gebruik van
brandstoffen met een hoger ethanol- of methanolgehalte dan hierboven is
aangegeven, kan leiden tot start- en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook
schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen onderdelen van
het brandstofsysteem. De garantie dekt geen motorschade of
prestatieproblemen die het gevolg zijn van het gebruik van een brandstof
met een hoger percentage ethanol of methanol dan hierboven is
aangegeven.
Als de apparatuur onregelmatig of slechts sporadisch wordt gebruikt,
raadpleeg dan het gedeelte over brandstof in het hoofdstuk UW MOTOR
STALLEN (zie pagina
11
) voor meer informatie over verslechtering van de
brandstofkwaliteit.
Zie
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u benzine
bijvult.
8
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
8
vuur uit de buurt.
9
Vul alleen benzine bij in de open lucht.
9
Veeg gemorste benzine direct weg.
9
10
Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten
kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de
11
brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof
wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor's Limited Warranty) .
**
Gebruik nooit verouderde of vervuilde benzine of een mengsel van olie en
**
benzine. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank terechtkomt.
**
Plaats de afgezette motor op een vlakke ondergrond, verwijder de
**
brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau. Vul de tank bij als het
**
brandstofniveau laag staat.
Raadpleeg voor het bijvullen met brandstof de instructies meegeleverd
met de door deze motor aangedreven apparatuur.
Vul in een goed geventileerde ruimte benzine bij voordat u de motor start.
Als de motor gedraaid heeft, laat dan eerst afkoelen. Vul zorgvuldig bij om
morsen van benzine te voorkomen. Eventueel moet u het brandstofniveau
iets verlagen, dat hangt af van de gebruiksomstandigheden. Breng na
bijvullen de tankdop aan en zet stevig vast.
Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische
huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt
ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg.
NEDERLANDS
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
RON-octaangetal van 91 of hoger
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
7