worden genomen om
de vorming van gassen en
oxides te verhinderen.
Dit is zeker aan te raden wan-
neer de verwarmingsbuizen
uit kunststof bestaan.
De doorsneden van de
leidingen moeten volgens
de gebruikelijke methoden
aan de hand van de
debiet/drukkromme worden
berekend.
Het verdeelnet wordt
berekend aan de hand
van het debiet dat met het
werkelijk vereiste vermogen
overeenstemt zonder
rekening te houden met het
maximumvermogen dat de
verwarmingsketel kan leveren.
Het is echter aangewezen
een voldoende debiet
te voorzien, zodat het
temperatuurverschil tussen
uitgaande leidingen en
retourleiding lager of gelijk
aan 20°C wordt.
Rookgasafvoer
C-ketels
≥ 0.5 m
Het minimumdebiet
bedraagt 500 l/h.
Bij het uittekenen van het
traject van de leidingen
moeten alle nodige
voorzorgen worden getroffen
om luchtbellen te vermijden
en de permanente ontluchting
van de installatie te
bevorderen. Op de hoogste
punten van de installatie
en op alle radiatoren moeten
ontluchters worden voorzien.
Het totale watervolume dat
voor het verwarmingscircuit
is toegestaan, hangt o.m.
af van de statische druk
in koude toestand.
Het in de verwarmingsketel
ingebouwde expansievat
wordt met een voordruk van
0,5 bar geleverd (statische
druk 5 mWK); dit laat een
maximumvolume van 180
liter toe bij een gemiddelde
temperatuur in het
radiatorencircuit van 75°C
.
3% min
Ø
en een maximale werkdruk
van 3 bar.
Bij de indienststelling is het
mogelijk, Ingeval van hogere
statische druk, de druk in
het expansievat te wijzigen.
Een aftapkraan op het
laagste punt van de
installatie plaatsen.
Bij gebruik van
thermostatische kranen
niet alle radiatoren hiermee
uitrusten; zorg ervoor dat
deze kranen in kamers
geplaatst worden waar
reeds een aanzienlijke vrije
warmtetoevoer heerst,
maar nooit in het lokaal
waar de kamerthermostaat
hangt. Indien het om een
oudere installatie gaat,
is het noodzakelijk het
radiatorencircuit te
spoelen, alvorens de
nieuwe verwarmingsketel
te installeren.
De afvoerleiding moet
zodanig zijn dat er in geen
enkel geval condensatiewater
afkomstig van deze leiding
in de verwarmingsketel
kan sijpelen.
Bovendien moet het
horizontale gedeelte
van de afvoerbuis een helling
naar boven hebben
van ten minste 3 %,
tenzij dit gedeelte korter
is dan 1 meter.
49