Diafragma
Sluitersnelheid
Belichtingscom
pensatie
Flitsercompens
atie
Sluitersnelheid – hiermee bepaalt u hoe lang de sluiter open blijft. Een
pictogram met een bibberende hand
is. (Plaats de camera op een statief als u lage sluitersnelheden gebruikt.)
Belichtingscompensatie – hiermee past u handmatig de belichting aan ( ±
2,0 in stappen van 1/3); geschikt voor opnamen met tegenlicht of niet-gangbare
opnamen. Als de foto te licht is, dient u een lagere instelling te kiezen. Als de foto
te donker is, dient u een hogere instelling te kiezen.
Flitsercompensatie – hiermee bepaalt u de helderheid van de flitser ( ± 1,0 in
stappen van 1/2). U dient zich binnen het flitsbereik te bevinden. Niet beschikbaar
als de flitserinstelling op Uit staat.
ISO – bepaalt u de de gevoeligheid van de camerasensor (80, 100, 200, 400,
800). Hogere instellingen zijn gevoeliger voor licht, maar kunnen ongewenste ruis
veroorzaken in een foto. U kunt ISO 800 alleen gebruiken als het fotoformaat op
1,1 MP is ingesteld.
www.kodak.com/go/support
Diafragma – ook wel f-stop of f-getal genoemd,
bepaalt de lensopening, die weer de scherptediepte
bepaalt. Lagere f-getallen, zoals f/2,8, verwijzen
naar een grotere lensopening. Hogere f-getallen,
zoals f/8, verwijzen naar een kleinere lensopening.
Het onderwerp blijft scherp als u hogere f-getallen
gebruikt; zeer geschikt voor landschappen en
omstandigheden met veel licht. Lagere f-getallen
zijn zeer geschikt voor portretten en
omstandigheden met weinig licht. Zowel de
ISO
hoogste als de laagste f-getallen kunnen worden
beïnvloed door de optische zoom.
Meer camerafuncties
waarschuwt dat de sluitersnelheid laag
35
NL