Meer camerafuncties
Belichtingscompensatie gebruiken in combinatie
met belichtingsstappen
In de modi P, A, S en M kunt u belichtingscompensatie gebruiken in combinatie met
belichtingsstappen.
Wanneer de
belichtingscompensatie
is ingesteld op:
0,0
+1,0
-1,0
PASM-modi
Instellingen die u in de modi P, A, S en M verandert, worden alleen toegepast op
foto's die in deze modi worden gemaakt.
Als u bijvoorbeeld in de modi P, A, S en M de kleurmodus wijzigt naar sepia,
behouden de auto- en scènemodi hun standaardinstelling voor kleur.
OPMERKING: De instellingen, waaronder die van de flitser, blijven actief voor de modi P, A, S en M, zelfs
wanneer u een andere modus instelt of de camera uitschakelt. Gebruik Camera-instellingen
herstellen (zie de tabel op
standaardinstellingen te herstellen.
34
NL
En als het interval voor de
belichtingsstappen is
ingesteld op:
de standaardwaarde +/–0,3
pagina
42) om de modi P, A, S of M naar de
Dan hebben de foto's
een belichting van:
-0,3; 0,0; +0,3
+0,7; +1,0; +1,3
-1,3; -1,0; -0,7
www.kodak.com/go/support