Het gehele geheugen is verdeeld in 99 geheugenobjecten met elk 40 geheugencellen. Daarnaast mag in elk object één verzamelrecord
worden ingevoerd. Dit maakt een totaal van 4059 datarecords. Door dynamische geheugentoewijzing kan elke geheugencel een
verschillende hoeveelheid enkelvoudige meetresultaten bevatten, afhankelijk van de behoeften. Op deze manier kan een optimaal gebruik
van het geheugen worden gegarandeerd. Elk meetresultaat kan worden opgeslagen in een geheugencel gemarkeerd met een geselecteerd
nummer en in een geselecteerd geheugenobject. Hierdoor kan de gebruiker van de meter naar eigen keuze geheugencelnummers
toewijzen aan individuele meetpunten en de geheugenobjectnummers aan individuele voorzieningen. De gebruiker kan ook metingen in
elke gekozen volgorde uitvoeren en deze herhalen zonder andere gegevens te verliezen.
Geheugen van meetresultaten wordt niet verwijderd wanneer de meter is uitgeschakeld. Hierdoor kunnen de gegevens later worden uitgelezen of
naar een computer worden gestuurd. Ook het nummer van een huidige geheugencel of geheugenobject wordt niet gewijzigd.
-
Resultaten van uitgevoerde metingen voor alle meetfuncties kunnen in één geheugencel worden opgeslagen.
-
Na elke invoer van het meetresultaat in de cel, wordt het nummer automatisch verhoogd. Stel het juiste
celnummer in om in een enkele cel opeenvolgende meetresultaten te kunnen invoeren die betrekking hebben
op een bepaald meetpunt (object).
-
Alle metingen kunnen in het geheugen worden opgeslagen, behalve de Rx-weerstand.
-
Het wordt aanbevolen om het geheugen te wissen na het lezen van de gegevens of voor het uitvoeren van een nieuwe
reeks metingen die in dezelfde geheugencellen als de vorige kunnen worden opgeslagen.
4.1 Opnemen meetresultaatgegevens in het geheugen
4 Geheugen van meetresultaten
druk op ENTER na het beëindigen van de meting.
De meter staat in de geheugenopslagmodus. Selecteer een
object en een cel volgens sec 4.2 of verlaat huidige.
De cel is leeg.
De cel bevat het resultaat van hetzelfde type dat moet worden
ingevoerd.
39