HANDLEIDING Fotovoltaïsche meter PVM-1020 SONEL SA 58-100 Wokulskiego 11 widnica Polen Versie 1.03 20.05.2022...
Pagina 4
PVM-1020 is een modern, state-of-the-art meetinstrument, eenvoudig te bedienen en veilig. Lees deze handleiding om fouten tijdens de metingen te voorkomen en operationele problemen te voorkomen.
2.1 De meter in- en uitschakelen, achtergrondverlichting van het display ..................9 2.2 Selectie van algemene meetparameters ..........................9 2.3 Het laatste meetresultaat onthouden ............................9 2.4 Connectiviteit tussen IRM-1 en PVM-1020 ..........................11 2.4.1 De meters koppelen ..............................11 2.4.2 Ontkoppelen ................................12 2.4.3 Automatische voltooiing van resultaten met omgevingsparameters na vernieuwde verbinding met de IRM-1……..13...
Pagina 6
8 Schoonmaak en onderhoud ........................48 9 Opslag.................................48 10 Demontage en verwijdering ........................48 Technische gegevens ..........................48 11.1 Basisinformatie ............................49 11.1.1 Gelijkspanningsmeting ........................49 11.1.2 AC True RMS-spanningsmeting ......................49 11.1.3 Frequentiemeting ..........................49 11.1.4 Meting van I kortsluitstroom......................49 11.1.5 Meting van de isolatieweerstand van de module/PV-installatie ............49 11.1.6 Meting van isolatieweerstand ......................50 11.1.7 Meting van bedrijfsstroom en vermogen ....................50 11.1.8 Laagspanningsmeting van de continuïteit van het circuit en de weerstand ........51...
1 Algemene informatie In het apparaat en/of in deze handleiding worden de volgende internationale symbolen gebruikt: Waarschuwing; Zie uitleg in Aarde AC stroom/spanning de handleiding Verklaring van overeenstemming- overeenstemming met EU- DC stroom/spanning Dubbele isolatie richtlijnen (Beschermingsklasse) (conformiteit Europanen) Niet weggooien met Bevestigde naleving met Informatie over recycling andere huis-...
1.1 Veiligheid Om elektrische schokken of brand te voorkomen, dient u de volgende richtlijnen in acht te nemen: Voordat u het apparaat gaat gebruiken, dient u zich grondig te verdiepen in deze handleiding en de veiligheidsvoorschriften en specificaties van de fabrikant in acht te nemen. Elke toepassing die afwijkt van de in deze handleiding gespecificeerde toepassingen kan leiden tot schade aan het apparaat en een bron van gevaar voor de gebruiker vormen.
IRM-1 is een meter ontworpen voor het meten van zonnestraling en de temperatuur van fotovoltaïsche cellen en hun omgeving. De gegevens die het levert, zijn nodig om de door de PVM-1020 gemeten waarden om te zetten naar de STC-condities. De gestandaardiseerde waarden stellen de gebruiker in staat om te bepalen of het...
Naleving van normen PVM-1020 voldoet aan de eisen van de volgende normen: IEC 61557-1 – Elektrische veiligheid in laagspanningsdistributiesystemen tot 1 000 V AC en 1 500 V DC – Apparatuur voor het testen, meten of bewaken van beschermende maatregelen – Deel 1: Algemene vereisten.
2 Snelle start 2.1 De meter in- en uitschakelen, schermverlichting Druk kort op knop om meter aan te zetten. Druk er langer op om het uit te zetten(UIT wordt weergegeven). Druk kort op de knop tijdens de werking van de meter om het display en toetsenbord scherm aan/uit te zetten. 2.2 Selectie van algemene meetparameters Houdt SET/SEL knop ingedrukt, zet de meter aan en wacht op het parameterselectiescherm.
2.4 Connectiviteit tussen IRM-1 en PVM-1020 Als de IRM-1-meter is gekoppeld aan de PVM-1020, zoekt het apparaat ernaar wanneer het wordt ingeschakeld. Wanneer IRM-1 wordt gevonden, wordt een verbinding tot stand gebracht en wordt op het scherm weergegeven. De PVM-1020 onthoudt de laatste 3 gekoppelde IRM-1's.
Gebruik de knoppen om "- - - -" scherm. druk op START. De koppeling van IRM-1 met PVM-1020 is verwijderd. druk op ENTER om naar het meetscherm te gaan en de overige meterinstellingen te bevestigen. druk op ESC om naar het meetscherm te...
2.4.3 Automatisch invullen van resultaten met omgevingsparameters na opnieuw verbinding maken met de IRM-1 Het kan gebeuren dat de PVM-1020 tijdens de metingen zo ver van de IRM-1 af beweegt, dat de communicatie tussen de twee wegvalt. Als de metingen worden voortgezet, worden de resultaten automatisch weergegeven nadat de verbinding is hersteld en aangevuld met omgevingsparameters, die inmiddels door de IRM-1 zijn opgenomen in zijn tijdelijk geheugen, en omgezet in STC-voorwaarden.
3 metingen WAARSCHUWING Tijdens een meting is het niet toegestaan de draaischakelaar om te schakelen omdat dit de meter kan beschadigen en een gevaar kan vormen voor de gebruiker. 3.1 Isolatieweerstand 3.1.1 Meting van isolatieweerstand (PV) Beperk de toegang tot het object voor onbevoegden voordat u het object test.
Pagina 17
Een PV-systeem heeft geen geaarde structuur. Dan zijn er twee metingen nodig: tussen systeemdraden "+", "-" en het systeemframe, tussen systeemdraden "+", "-" en de aarding. Een PV-systeem heeft geen geleidende onderdelen beschikbaar (bijv. zonnedakpannen). Vervolgens moet de meting worden uitgevoerd tussen de systeemdraden "+", "-"...
Pagina 18
voor aanvullende resultaten, druk op + – stroom die door de R+ weerstand vloeit - – stroom die door de R-weerstand vloeit WAARSCHUWING Tijdens metingen van isolatieweerstand is er een gevaarlijke spanning in het bereik van 1000…1050 V aanwezig aan de uiteinden van de meetsnoeren van de meter. Het is verboden meetsnoeren los te koppelen en de positie van de functieschakelaar te wijzigen voordat de meting is voltooid.
3.1.2 Meting van isolatieweerstand (AC) Het te testen object mag niet onder spanning staan Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze R Druk en houdt SET/SEL ingedrukt Stel de meetspanning in volgens algoritme en volgens regels beschreven in algemene parameter settings ▲...
Pagina 20
Druk en houd START knop ingedrukt. De meting gaat door totdat de knop wordt losgelaten. Om de meting te vergrendelen, houdt u ENTER ingedrukt, terwijl u ENTER ingedrukt houdt. De meting wordt onderbroken door op START of ESC te drukken. Resultaat uitlezen.
Aanvullende informatie weergegeven door de meter Het te testen object staat op spanning. De meting is geblokkeerd. Koppel de meter onmiddellijk los van het te testen object (beide kabels)! Activering van de stroombegrenzing. Het weergegeven symbool gaat gepaard met een continue pieptoon. Het te testen object staat op spanning.
Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op U -Als de PVM-1020 communiceert met de IRM1, houd SET/SEL ingedrukt. -Stel de temperatuurcoëfficiënt β voor het de testen PV-systeem in volgens het algoritme en de regels die zijn beschreven bij het instellen van algemene parameters Sluit de meetsnoeren aan volgens tekening.
3.3 DC-kortsluitstroom I Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op positie l -Als de PVM-1020 communiceert met de IRM1, houd SET/SEL. ingedrukt. ▲ 0,020 %/ºC -Stel de temperatuurcoëfficiënt α voor het geteste PV-systeem in volgens het algoritme en de regels die zijn beschreven bij het instellen van algemene …...
Lees het resultaat voor. - gemeten kortsluitstroom – gemeten I stroom omgezet naar STC condities SC STC E - zonnestraling van het geteste object – temperatuur van het geteste object Meetresultaat zonder actieve connectie met de IRM-1 Meetresultaat met actieve connectie met de IRM-1 Resultaat kan in het geheugen worden opgeslagen (zie sec.
Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op AUTO. druk en houd vast SET/SEL. Voer de instellingen in volgens het volgende algoritme en volgens de regels die zijn beschreven in de algemene instelling van parameters. De α- en β-coëfficiënten zijn beschikbaar als de PVM-1020 communiceert met de IRM-1.
Pagina 26
Het PV-systeem heeft geen geaarde structuur. Dan zijn er twee metingen nodig: tussen systeemdraden "+", "-" en het systeemframe, tussen systeemdraden "+", "-" en het systeemframe, Het PV-systeem heeft geen geleidende onderdelen beschikbaar (bijv. zonnedakpannen). Vervolgens moet de meting worden uitgevoerd tussen de systeemdraden "+", "-"...
Pagina 27
Uitlezen van resultaat. Verschillen tussen schermen wordt uitgevoerd met behulp van de ◄ ► knoppen. Als de PVM-1020 communiceert met de IRM-1, is er een extra scherm met de UOC, I SC-waarden geconverteerd naar STC-omstandigheden. U – spanningsmeter die de spanning op het object aangeeft UOC –...
Pagina 28
De meter zendt een continu audiosignaal uit totdat de testspanning 90% van de vooraf ingestelde waarde bereikt (ook wanneer 110% van de vooraf ingestelde waarde wordt overschreden). -Tijdens de meting genereert de meter elke vijf seconden een pieptoon - dit vergemakkelijkt het vastleggen van tijdparameters.
3.5 Meting van actieve stroom en vermogen Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op I, P. Stel het meetbereik in op de C-PV-klem. Druk en houd ingedrukt SET/SEL. ▲ ▪ 40 A Voer het meetbereik van C-PV-klemmen in volgens ▼...
Pagina 30
Resultaat uitlezen. De overgang tussen meetfuncties gebeurt met de SET/SEL toets. I - gemeten stroom E - zonnestraling van het geteste object TPV– temperatuur van het geteste object P - vermogen gegenereerd (negatief signaal) of verbruikt (positief signaal) door het geteste object U- gemeten spanning I - gemeten stroom Scherm van het resetten (nulstellen) van stroomtang.
3.6 C-PV-tang resetten Voordat u de stroom of vermogen van een PV-installatie meet (sec. 3.5), reset de C-PV-klem. Om dit te doen, sluit u deze aan op de meter, draait u op de I, P functie, en druk dan op SET/SEL om naar het scherm voor het op nul stellen van de tang te gaan. Druk op START reset het apparaat, waardoor de meter wordt gedwongen nulstroom aan te geven.
3.7 Laagohmmeting van weerstand OPMERKING! De meter kan beschadigd raken als deze wordt aangesloten op een spanning van meer dan 1000 V DC of 600 V AC. 3.7.1 Compenseren weerstand van meetsnoeren - autozeroing Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op Rcont of R gebruik toets om de modus voor auto-zeroing te activeren.
-Bericht blijft op het display na het overschakelen naar een van de meting ficties (weerstands- of continuïteitsmeting) die aangeven dat de meting is gedaan met gecompenseerde meetsnoeren. -De compensatie wordt onthouden, zelfs nadat de meter is uitgeschakeld. -Om de compensatie te verwijderen, voert u de bovengenoemde activiteiten uit, maar met open meetsnoeren. Na het verlaten van het meetscherm, bericht wordt niet weergegeven.
Pagina 34
Sluit testsnoeren aan zoals schema Lees resultaat van de meting Voor R <30Ω wordt een akoestisch signaal gegenereerd en licht de signaleringsdiode groen op. Aanvullende informatie weergegeven door de meter Het geteste object is live. De meting is geblokkeerd. Koppel de meter onmiddellijk los van het geteste object (beide testsnoeren! De meetsnoercompensatie is ingeschakeld voor laagspanningsweerstandsmetingen.
Meting van continuïteit van aardgeleiders en potentiaal vereffening 3.7.3 met ±200 mA teststroom Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op Rcont. Sluit de meetsnoeren aan volgens tekening. Bij weerstanden lager dan 21 Ω start de meting automatisch. De meting kan ook worden geactiveerd met: START toets.
Pagina 36
druk op drukknop om de volgende meting te starten zonder de meetsnoeren van het object los te koppelen of om de weerstand te meten, die ≥21 Ω is. Het resultaat verkregen na het persen START kan in het geheugen worden opgeslagen (zie sec. 4.1). Het laatste meetresultaat wordt opgeslagen tot: START toets opnieuw wordt ingedrukt of de stand van de draaischakelaar wordt gewijzigd.
3.8 Diodetest met 200 mA teststroom Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op Het scherm voor het meten van spanning en stroom van de diode met positieve polariteit (in de voorwaartse richting) wordt weergegeven. Sluit de meetsnoeren aan volgens tekening. De polariteit bij het aansluiten van de diode maakt niet uit.
Pagina 38
Lees het meetresultaat. Als de gemeten diode in orde is, worden de gemeten diodeparameters weergegeven. Anders worden symbolen weergegeven die informeren over schade (kortsluiting of opening) van het gemeten element. -Tijdens meting van U parameters wordt de juistheid van de diodeverbinding met de meter gecontroleerd.
Test van blokkerende diode met 1000 V spanning Zet de meter aan. Stel de draaischakelaar van functieselectie in op . Druk op SET/SEL om het negatieve (omgekeerde) spannings- en stroommeetscherm te activeren. Deze test controleert of de blokkerende diode correct bestand is tegen 1000 volt in de omgekeerde richting.
Pagina 40
Lees het meetresultaat. Als de gemeten diode in orde is, worden de gemeten diodeparameters weergegeven. Anders worden symbolen weergegeven die informeren over schade (kortsluiting of opening) van het gemeten element. Tijdens de meting van U /I R-parameters wordt de juistheid van de diodeverbinding met de meter gecontroleerd.
4 Geheugen van meetresultaten Het gehele geheugen is verdeeld in 99 geheugenobjecten met elk 40 geheugencellen. Daarnaast mag in elk object één verzamelrecord worden ingevoerd. Dit maakt een totaal van 4059 datarecords. Door dynamische geheugentoewijzing kan elke geheugencel een verschillende hoeveelheid enkelvoudige meetresultaten bevatten, afhankelijk van de behoeften. Op deze manier kan een optimaal gebruik van het geheugen worden gegarandeerd.
Pagina 42
De cel wordt ingenomen door het resultaat van het weergegeven type. De cel wordt ingenomen door de resultaten van de weergegeven typen. Bevestig de selectie door op ENTER te drukken. Bij een poging om een resultaat te overschrijven, worden waarschuwingen weergegeven het resultaat te overschrijven Druk ENTER voor overschrijven of ESC voor afbreken.
4.2 Cel- en banknummer wijzigen druk op ENTER na het voltooien van de meting. De meter staat in de geheugenopslagmodus. Het celnummer knippert. U kunt het celnummer wijzigen door op te drukken. Gebruik de SET/SEL om het nummer van de cel of het object te selecteren dat actief of verwijderd moet worden (knipperend).
Pagina 44
In de volgende tabel wordt de volgorde van gegevens voor afzonderlijke meetresultaten opgegeven. Meetfunctie (resultaatgroep) Resultaten van componenten OC STC OC STC E, T SC STC SC STC E, T +, R +, EN ISO~ CONT CONT of P, U, I of P, U, I E, T of P~, U, I...
4.4 Geheugengegevens wissen 4.4.1 Het geselecteerde object en zijn cellen verwijderen Zet de meter aan. Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op MEM. Stel het nummer in van het te verwijderen object acc. tot sec. 4.2. Stel het celnummer in op een geselecteerd object (voordat "1").
4.4.2 Het volledige geheugen verwijderen Zet de meter aan. Stel de draaischakelaar voor functieselectie in bij MEM. Stel het objectnummer in op (vóór 1). Symbolen verschijnen die aangeven dat u gereed bent om te verwijderen. ▼ Druk op ENTER. Er wordt een prompt weergegeven om het verwijderen te bevestigen.
Informatie over de beschikbaarheid van andere programma's die met de meter samenwerken, kan worden verkregen bij de fabrikant of zijn erkende distributeurs. De software kan worden gebruikt voor veel apparaten van SONEL SA die zijn uitgerust met de USB interface en/of draadloze module.
6 Problemen oplossen Neem contact met onze service afdeling voordat u het instrument opstuurt voor reparatie. Misschien is de meter niet beschadigd en is het probleem om een andere reden veroorzaakt. De meter kan alleen worden gerepareerd bij verkooppunten die door de fabrikant zijn geautoriseerd. Het oplossen van typische problemen tijdens het gebruik van de meter wordt beschreven in de onderstaande tabel.
7.2 De (oplaadbare) batterijen vervangen De meter wordt gevoed door vier AA alkaline LR6-batterijen of oplaadbare batterijen van het type NiMH. De (oplaadbare) batterijen worden in het compartiment onderaan de behuizing geplaatst. WAARSCHUWING Koppel de meetsnoeren los van de meter voordat u de (oplaadbare) batterijen vervangt. Om de batterijen/oplaadbare batterijen te vervangen: 1.
-Laad de batterijen niet op en gebruik ze niet bij extreme temperaturen, aangezien deze de levensduur van de batterijen verkorten. Vermijd het gebruik van de batterijgevoede apparaten op zeer warme plaatsen. De nominale bedrijfstemperatuur moet te allen tijde in acht worden genomen. 8 Reiniging en onderhoud OPMERKING! Gebruik alleen de onderhoudsmethoden die door de fabrikant in deze handleiding worden beschreven.
11.1.3 Frequentiemeting Testbereik: 45,0…65,0 Hz Weergavebereik Oplossing Nauwkeurigheid 40,0…300,0 Hz 0,1 Hz ±0,2 Hz Spanningsbereik: 10…600 V 11.1.4 Meting van I kortsluitstroom Weergavebereik Oplossing Nauwkeurigheid 0.00…20.00 A 0,01 A ±(1% mv + 2 cijfers) 11.1.5 Meting van de isolatieweerstand van de module/PV-installatie Meting van R weerstand Testbereik volgens IEC 61557-2 voor U...
11.1.8 Laagspanningsmeting continuïteit van circuit en weerstand Meting van continuïteit van aardgeleiders en potentiaalvereffeningen met ±200 mA stroom Meetbereik volgens IEC 61557-4: 0,10…1999 Ω Oplossing Weergavebereik Nauwkeurigheid 0.00…19.99 0,01 ±(2% mv + 3 cijfers) 20.0…199,9 200…1999 ±(4% mv + 3 cijfers) Spanning bij open klemmen: 4 V <...
11.2 Overige technische specificaties type isolatie volgens IEC 61010-1 en IEC 61557 ........................dubbel meetcategorie volgens IEC 61010-1....................IV 300 V, III 600 V, II 1000 V DC mate van huisvestingsbescherming vlgs. volgens IEC 60529 ....................IP65 meter voeding ..............LR6 alkaline batterijen of NiMH oplaadbare batterijen maat AA (4 stuks) afmetingen ................................
Solar straling meter montage kit voor Sonde voor het meten van de Accessoires voor irradiance PV panelen WAPOZUCHPV temperatuur van PV-panelen en de meter omgevingstemperatuur (alleen PVM-1020 KIT) WASONTPV Montageklem voor montagekit WAZACPV Geel Zwart Pin probe 1 kV (banaan socket)
AGT-32p Waadaagt16p Waadaagt32p 5-polig, 63 A AGT-63p Waadaagt63p "SONEL Reports PLUS" - software voor het genereren van meetrapporten Software WAPROREPORTSPLUS Kalibratiecertificaat zonder accreditatie 13 Fabrikant De fabrikant van de apparatuur en dienstverlener tijdens en na de garantieperiode: SONEL S.A.
Nationaal Metrologisch Instituut. Volgens ILAC-G24 "Guidelines for determination of calibration intervals of measuring instruments" beveelt SONEL S.A. een periodieke metrologische inspectie aan van de instrumenten die het produceert, niet minder vaak dan eens in de 12 maanden.
Pagina 59
MEETBERICHTEN Metingen Op de aansluitingen van de meter is spanning aanwezig. U dient de handleiding te raadplegen. Het object ontladen Activering van de huidige limiet. Het weergegeven symbool wordt vergezeld door een continue pieptoon. Interferentiespanning treedt op het te testen object op. Meten is mogelijk, maar kan gepaard gaan met extra onzekerheid.