3.5 Meting van actieve stroom en vermogen
▲ ▪ 40 A
▼ ▪ 400 A
-
Zet de meter aan.
-
Zet de draaischakelaar van de functiekeuze op I, P.
-
Stel het meetbereik in op de C-PV-klem.
-
Druk en houd ingedrukt SET/SEL.
-
Voer het meetbereik van C-PV-klemmen in volgens
het algoritme en volgens de regels die zijn
beschreven in de algemene parameterinstelling.
-
Reset de stroomtang (sec. 3.6).
27