- Het resultaat kan in het geheugen worden opgeslagen (zie sec. 4.1). Het laatste meetresultaat wordt opgeslagen tot de
START-knop opnieuw wordt ingedrukt of de
positie van de draaischakelaar wordt gewijzigd.
- Als een spannings en stroomtang verbindingsfout wordt gedetecteerd, d.w.z. als de gemeten spanning gelijkspanning is
en de stroom wisselstroom (of omgekeerd),
wordt het vermogen P weergegeven met een vraagteken dit geeft deze fout aan. Dit resultaat kan niet in het
-
geheugen worden opgeslagen.
Resultaat uitlezen.
De overgang tussen meetfuncties gebeurt met de SET/SEL
toets.
I - gemeten stroom
E - zonnestraling van het geteste object
TPV– temperatuur van het geteste object
P - vermogen gegenereerd (negatief signaal) of
verbruikt (positief signaal) door het geteste object
U- gemeten spanning
I - gemeten stroom
Scherm van het resetten (nulstellen) van stroomtang. Zie
sec. 3.6.
28