Hellende weg
Op een opwaarts of neerwaartse helling zal een
voorliggend voertuig in dezelfde rijstrook niet
te detecteren zijn en kunnen de prestaties van
het AEBS verminderd zijn, zodat het onnodig
waarschuwingen kan geven of kan remmen
of helemaal niet zal werken.
Tevens kan een voorliggend voertuig plotseling
herkend worden waardoor het systeem
waarschuwingen geeft of de remmen toepast.
Houd de weg voor u in de gaten op een hellende
weg en pas de rijsnelheid aan door op het
rempedaal te trappen indien nodig.
4-168
Starten en vertrekken
Bij het wisselen van rijstrook
Wanneer een voertuig op een naastgelegen
rijstrook in uw rijstrook komt kan het zo zijn dat
het pas gedetecteerd wordt wanneer het volledig
binnen het bereik van de camera module voor
(FCM) komt.
Wees altijd alert aangezien een voertuig dat
u afsnijdt pas laat gedetecteerd kan worden.
Let op dat wanneer er een voertuig stilstaat
voor het voertuig dat u volgt, en deze voorligger
van rijstrook wisselt terwijl uw voertuig wordt
afgeremd door de werking van de AEBS, dat het
stilstaande voertuig dan niet wordt gezien wat het
risico op een botsing verhoogt.